Meer Fed-gouverneurs zetten vraagteken bij toekomstige groei
Amerikaanse rentes testen belangrijke steunniveaus
Vorige week gaf Fed-voorzitter Powell voor het eerst toe dat het economische sprookje in de VS niet kon blijven duren. De Amerikaanse economie is nog steeds in opperbeste staat, maar de extra rugwind die het de voorbije maanden genoot, gaat liggen. Specifiek hebben we het over de sterke globale groei in 2017/begin 2018, fiscale stimulus en de sterke arbeidsmarkt met stijgende lonen voor de bevolking. Vooral de eerste component dreigt om te slaan in tegenwind, na bijvoorbeeld negatieve groeicijfers op kwartaalbasis in Duitsland en Japan. Als de fiscale stimulus uitgewerkt is, komt de andere kant van de medaille, hogere tekorten, aan de oppervlakte. Na Powell volgenden vice Fed-voorzitter Clarida en regionale gouverneurs Kaplan, Kashkari, Bostic en Evans met gelijkaardige waarschuwingen. Bovendien benadrukken ze één voor één dat de Fed bereid is om inflatie boven de 2%-doelstelling minstens tijdelijk te tolereren na jaren van een sub 2% peil. De opmerkingen van de Fed-leden stellen de huidige sterkte van de Amerikaanse economie, net als een renteverhoging in december, niet in vraag. De hamvraag luidt of de centrale bank in december een tragere rentecyclus in 2019-2020 voorop stelt of niet. Voorlopig gaan we daar nog niet van uit.
De Amerikaanse rentes zetten hun daling op donderdag en op vrijdag voort en bereiken belangrijke steunniveaus over de hele curve. Concreet houden we 2.8%, 3.05% en 3.30% in de gaten voor de 5-, 10- en 30-jaarsrente. We verwachten geen breuk lager, en al zeker deze week niet. De economische kalender is nagenoeg leeg en de verhandelde volumes zullen aan de lage kant zijn in een week die aan andere kant van de oceaan ingekort wordt door Thanksgiving en Black Friday. De Amerikaanse dollar verloor samen met de Amerikaanse rentes terrein na het zetten van cyclische toppen begin deze maand.