Britse inflatie loopt lichtjes op in april
EUR/GBP: brexitmalaise brengt het pond in een valversnelling
Vanmorgen klokte de Britse inflatie voor april opnieuw af boven de inflatiedoelstelling van de Bank of England. De algemene CPI-inflatie steeg tot 2.1% van 1.9% in maart. Dit cijfer bleef wel onder de marktverwachting (2.2%). De prijsstijging was vooral het gevolg van hogere elektriciteitstarieven en hoger transportkosten. De kerninflatie klokte ook af onder de verwachting (onveranderd op 1.8% j/j). Indicatoren over de zogenaamde ‘pipeline inflatie’ (input/outputprijzen bij de bedrijven) geven aan dat de Britse inflatie in de komende maanden niet uit de hand zal lopen. De Bank of England hoeft zich niet te haasten om de rente op korte (of zelfs middellange termijn) te verhogen.
Het pond verzwakte verder na de publicatie van de inflatiecijfers. Dat was echter niet meer dan een voortzetting van de bestande (intraday) trend. De Britse munt betaalt de prijs voor de laatste mislukte poging van PM May om de nodige politieke steun te krijgen om haar brexitdeal alsnog door het Parlement te krijgen. Ondanks forse toegevingen (een nieuw referendum om het akkoord door de bevolking te laten goedkeuren en een samenwerking met de EU die nauw aansluit bij een douane-unie), kon haar poging de labour oppositie niet bekoren. Dat is nog minder het geval in haar eigen conservatieve partij en bij haar Noord-Ierse bondgenoot, de DUP. De deal lijkt dan ook begraven. De politieke aandacht gaat nu vooral uit naar de strijd over de opvolging van May als partijvoorzitter en premier. De kans is groot dat dit een voorstander wordt van een harde/hardere brexit. De volgende stappen in het brexitproces worden opnieuw zeer onvoorspelbaar. Dat weegt op het pond. EUR/GBP heeft zich ondertussen duidelijk boven de kaap van 0.88 genesteld.