Nieuw-Zeeland is eerste om de rente te verlagen
Heeft kiwi dollar bodem bereikt?
De Reserve Bank van Nieuw-Zeeland (RBNZ) verlaagt haar beleidsrente van 1.75% tot 1.50%, het laagste niveau ooit. Het is daarmee de eerste ‘grote’ centrale bank die het monetaire beleid versoepelt in deze fase van de economische cyclus. Een verrassing was het niet, want voorzitter Orr gaf tijdens de vergadering in maart al aan dat een renteverlaging op tafel lag indien de globale economie verder afkoelt en de lage binnenlandse consumptie aanhouden. De twijfels rond de globale economie zijn allerminst afgenomen. Daarnaast zorgen de afnemende bevolkingsgroei (door een lagere netto-immigratie) en afkoelende huizenprijzen voor een rem op de private consumptie. De werkgelegenheid benadert het maximaal duurzame niveau, al merkt de RBNZ enige afkoeling op. Als laatste belangrijke factor haalt de bank de tegenvallende inflatie aan. Die steeg in het eerste kwartaal van dit jaar amper 0.1% kw/kw en 1.5% j/j, onder de marktverwachtingen ( 0.3% kw/kw en 1.7% j/j). Bovenal voorziet de RBNZ slechts een matige toename van de inflatiedruk. Gouverneur Orr suggereerde verdere versoepeling indien de afkoelende economische condities en de ondermaatse inflatie zich verder doorzetten.
De kiwi bevond zich al sinds de vorige beleidsvergadering van eind maart in een neerwaartse trend. De tegenvallende inflatieresultaten vorige maand ondersteunde de gedachte dat de RBNZ de rente zou verlagen, wat NZD/USD richting 0.66-niveau duwde. Na de beslissing zakte het muntenpaar vanmorgen tot net boven 0.655, maar herstelt quasi onmiddellijk tot het openingsniveau. De markt loopt dus niet echt weg met de suggestie van gouverneur Orr dat er mogelijk nog verdere renteverlagingen volgen. In een land als Nieuw-Zeeland, met nog steeds solide groei (vooruitzichten2.5%-3.0%) en een extern tekort is het dan ook niet evident om de rente verder te verlagen, ook al blijft de inflatie lichtjes onder te doelstelling.