Olieprijs opnieuw boven $70/vat
Opnieuw onrust in Libië
Wie aan Libië denkt, denkt in één adem aan de Arabische lente van 2010-2011. De dictatuur van leider Kadhafi, die het land regeerde sinds 1969, werd omvergeworpen. In 2012 werden voor het eerst in het land vrije verkiezingen gehouden, maar het gezag van die regering beperkte zich tot het noorden van het land (incl. hoofdstad Tripoli). Khalifa Haftar, een krijgsleider die nog meewerkte aan de revolutie die Khadaffi aan de macht bracht, bezit de politieke en militaire macht over het oosten van het land en is onafhankelijk van de regering. Hij beval zijn troepen afgelopen week richting het noordwesten van het land te trekken. Daar ligt Tripoli, onder leiding van de nieuwe regering. Volgens Wolfram Lacher, Libië-specialist van het Duitse instituut voor Internationale en veiligheidsontwikkelingen, is de actie van Haftar er één van alles of niets. Ofwel krijgt hij snel Tripoli in handen, ofwel gaat hij al strijdend ten onder. Gisteren claimden troepen van Haftar luchtaanvallen te hebben uitgevoerd op de Libische hoofdstad.
Libië vervolledigt net de top-20 van ’s werelds grootste olieproducenten met een productie van één miljoen vaten per dag en is ook lid van het kartel van olieproducerende landen. Door de politieke onrust in het land wordt gevreesd voor een aanboddaling, met opwaartse druk op de olieprijzen tot gevolg. Daarnaast blijven andere landen van OPEC het aanbod beperken, wat de olieprijs al geruime tijd in een opwaartse trend houdt. Vrijdag steeg de prijs voor één vat ruwe olie (Brent) boven $70 per vat. Dat was geleden sinds november vorig jaar. Vanmorgen opende de olieprijs stabiel.