Aangroei Amerikaanse jobs (maart) herstelt van februari-dip …
… maar loongroei (en dus inflatie?) en participatiegraad zetten stapje terug
De Amerikaanse arbeidsmarkt kende in februari een stevige opdoffer. Er werden toen amper 20 000 nieuwe jobs gecreëerd. Ter vergelijking: de gemiddelde aangroei schommelde de afgelopen jaren rond het tienvoudige. Eenmalig en vertekend door de barre weersomstandigheden, was de mening van (het gros van) de analisten. Het meest recente banenrapport wijst inderdaad in die richting. De Amerikaanse economie creëerde 196 000 nieuwe jobs in maart. De markt stelde een stijging met 177 000 voorop. Het bulk van de aangroei situeert zich in de dienstensector (+ 170 000) met een opvallend herstel in het onderwijs en gezondheidssector (+ 60 000). Het februari-cijfer kreeg een licht opwaartse herziening (+ 13 000).
De overige details zijn minder uitbundig. De langzame stijging van de participatiegraad tijdens de afgelopen maanden zette zich in maart niet door. Iets minder mensen begeven zich op de arbeidsmarkt in vergelijking met vorige maand (63 % vs. 63.2%). De werkloosheidsgraad bleef stabiel op een historisch lage 3.8%. Vooral de teleurstellende loongroei sprong in het oog: 0.1% m/m (vs. 0.3% verwacht), 3.2% j/j (vs. 3.4%).
De cijfers spelen de bal recht in de voeten van de Fed. Die aanschouwt de zaken sinds een aantal maanden lijnrechtergewijs vanaf de zijlijn. De economische afkoeling (cf. minder sterke Amerikaanse data) en hardnekkig lage inflatie zetten de centrale bank ertoe aan om de balansafwikkeling eind september al stop te zetten en haar rentevooruitzichten (drastisch) neerwaarts bij te stellen. Een aangehouden normalisatie van het monetair beleid valt immers zonder voorwerp als de inflatie niet uit de hand loopt. De matige loongroei, een cruciale component voor het prijsverloop, suggereert dat dit ook binnen de voorzienbare toekomst zo blijft.
De cijfers veranderen allicht weinig aan de afwachtende houding van de Fed. Daarvoor moeten de data waarschijnlijk eerst aanhoudend sterk blijven. Beleggers hoeven dus niet meteen te rekenen op meer rentesteun voor de dollar. De markten reageren dan ook eerder gelaten. De opwaartse beweging van EUR/USD blijft uiterst beperkt (1.123 momenteel, onveranderd). De Amerikaanse tweejaarsrente, de meest gevoelige aan het Fed-beleid, laat de beperkte volatiliteit vlak na de publicatie achter zich en handelt stabiel t.o.v. openingsniveaus.