Moeten Spanjaarden vervroegd naar de stembus?
Beweging op de Spaanse rentemarkt blijft beperkt
Nadat leden van de Spaanse Partido Popular (PP) van toenmalig premier Mariano Rajoy vorig jaar schuldig werden bevonden aan de ‘Gürtel case’, een corruptiezaak, diende de Spaanse Socialistische Arbeiderspartij (PSOE) een motie van wantrouwen in. De motie was succesvol en resulteerde in de neergang van de zittende PP-regering én het ontslag van premier Rajoy. PSOE-leider Pedro Sànchez nam het roer over en had daarbij de steun van kleinere partijen waaronder het Catalaanse ERC en PDeCAT.
Nu staat Pedro Sànchez zelf in de spotlight. Het gerucht gaat dat Sànchez op het punt staat vervroegde verkiezingen uit te roepen indien het begrotingsvoorstel vandaag niet door het parlement geraakt. De kans dat de begroting het niet haalt is reëel. Twee kleinere pro-onafhankelijke Catalaanse partijen, op wie de huidige minderheidsregering rekent om wetgeving goed te keuren, hebben openlijk aangegeven tegen het voorstel te stemmen. De timing is opvallend. Net gisteren startte het proces tegen 12 Catalaanse separatisten die beschuldigd worden van een illegale poging tot Catalaanse onafhankelijkheid eind 2017. Zo hangt er 25 jaar cel boven het hoofd van voormalig Catalaans vicepresident Oriol Junqueras. De Catalaanse partijen beseffen dat ze een troef in handen hebben en eisen, in ruil voor steun aan het begrotingsvoorstel, nieuwe onderhandelingen over het zelfbeschikkingsrecht. Dat geeft volkeren het recht om te bepalen onder welke soevereiniteit ze willen vallen, maar wordt niet erkend door de Spaanse grondwet. Leden van premier Sànchez’ partij gaven al aan hier niet op in te gaan. De kans dat de begroting door het parlement geraakt is dus klein.
Maar wat dan? Premier Sànchez roept dan meer dan waarschijnlijk nieuwe verkiezingen uit en wel zo snel mogelijk. Hij hoopt te kunnen profiteren van een groeiend linkse beweging om de dreiging vanuit rechts in de kiem te smoren. 14 april wordt aangestipt als grootse kanshebber voor een vervroegde stembusgang, net als 28 april. De socialisten leiden momenteel de polls met ongeveer 30% van de stemmen, maar een mogelijke coalitie tussen de twee grootste centrumrechtse tot rechtse partijen komen nog hoger uit. In Andalusië, de grootste regio van Spanje, hielp zo’n coalitie (met de steun van het extreemrechtse Vox) de socialisten vorige maand uit het zadel.
De financiële markten blijven vooralsnog vrij rustig. De Spaanse spread over de Duitse 10-jaarsrente steeg deze week voorzichtig tot 112 basispunten. Bewegingen in de Spaanse spread zijn meestal een afgeleide van de Italiaanse rentebewegingen en/of uitgifte van nieuw schuldpapier. Nieuwe verkiezingen kunnen de kredietrisicopremie opnieuw wat doen toenemen omwille van politieke onzekerheid. We verwachten echter niet dat deze beweging ver zal reiken. Het Spaanse politieke landschap blijft, in tegenstelling tot Italië, eerder pro-Europees.