Britse verwerkende nijverheid schakelt naar een lagere versnelling
Pond zet een stapje terug
Brexit blijft een belangrijke factor van onzekerheid voor de Britse economie. Toch vertaalde die onzekerheid zich niet altijd één-op-één in zwakkere economische cijfers. Zo blijven de arbeidsmarktdata al bij al goed.
Vandaag werd ook in het VK het PMI-vertrouwen uit de verwerkende nijverheid bekend gemaakt. Die indicator toonde toch wel enige erosie van het vertrouwen in de sector nu de Brexitdeadline van 29 maart met rasse schreden nadert en ervoor de bedrijven nog steeds geen duidelijkheid is onder welk regime ze zullen kunnen/moeten werken. De hoofdindex viel terug van 54.2 tot52.8 (53.5 was verwacht). Dit is tevens het laagste niveau sinds juli 2016.
De bedrijven bouwen wel volop voorraden op om zich te wapenen tegen eventuele verstoringen in de toevoer van producten naar aanleiding van Brexit. De productiegroei vertraagt wel en de orders lopen minder vlot binnen. De bedrijven in de verwerkende nijverheid geven zelfs wat tewerkstelling af te bouwen.
Voorlopig staat de Bank of England (BoE) aan de kant. Ze kan weinig ondernemen zolang het Brexitdebat woedt. De bank gaf recent wel aan dat ze de rente in de iets verdere toekomst lichtjes kan verhogen in geval van een ordelijke brexit. Een afbrokkelende inflatie en zwakkere economische data geven echter ook de BoE alle tijd. Recent reageerde het pond vooral op Brexit-nieuws, maar vandaag verliest de Britse munt ook wat terrein dan de minder goede PMI. We blijven voorzichtig over de Britse munt zolang het binair risico van Brexit niet is uitgeklaard.