Fed start met getelefoneerde afbouw van obligatie-aankopen
Powell’s inflatiedashboard flikkert oranje
De Amerikaanse centrale bank geeft vanavond het officiële startschot voor de afbouw van haar maandelijkse obligatie-aankopen (“tapering”). Een verrassing is dat niet. Het voorbije jaar ging het van “thinking about thinking about tapering” over “thinking about tapering” tot de eigenlijke discussie en de vooraankondiging. Uit de notulen van vorige vergaderingen blijkt zelfs al dat het tempo van de afbouw vastligt: van $120 miljard per maand tot $0 tegen midden volgend jaar. Concreet zal de Fed maandelijks $10 miljard minder overheidsobligaties kopen en $5 miljard minder hypotheek gerelateerde activa (MBS). Daarmee zet de Fed een eerste stap in het terugschroeven van ongeziene monetaire steun tijdens de Covid-pandemie. Over de volgende stap – renteverhogingen – zal Fed-voorzitter Powell op de vlakte blijven. De volgende update van groei-, inflatie- en beleidsrentevoorspellingen volgt in december. Het is te vroeg om op de feiten voorop te lopen. In september toonde de helft van het Amerikaanse beleidscomité zich bereid om de beleidsrente eind volgend jaar een eerste keer te verhogen. De geldmarktrentes zetten in op een nog agressievere Fed, die in juni of september van wal steekt. De hoofdreden is inflatie die hardnekkiger boven de 2%-inflatiedoelstelling blijft. Powell’s commentaren over die netelige kwestie worden bepalend voor de marktreactie.
In de vorige beleidsverklaring lezen we nog de hoge inflatie vooral een uiting is van tijdelijke factoren. Subtiele wijzigingen zoals het afzwakken van “vooral” of duidelijkere hints zoals het weglaten van de verwijzing naar tijdelijke factoren of het toevoegen van “waakzaamheid” omtrent inflatoire ontwikkelingen, zullen niet onopgemerkt voorbijgaan en pleiten voor een sterkere dollar en hogere Amerikaanse rentes. Daarnaast zal Powell op de vraag-en-antwoordsessie met de pers zijn eigen inflatiedashboard voorgeschoteld krijgen. Op de high profile Jackson Hole meeting van eind augustus, sprak Powell over vijf inflatie-indicatoren die de Fed nauw volgt en die toen de tijdelijk hogere inflatie-narratief onderbouwden. Een snelle blik op Powell’s dashboard leert dat lampjes ondertussen oranje ipv groen flikkeren.
1) “Inflatie wordt vooral bepaald door enkele uitschieters en wordt niet breed gedragen”: alternatieve inflatiemaatstaven die die geen rekening houden met de meest volatiele componenten (gepubliceerd door regionale Fed-districten) stegen in september boven 2% uit.
2) “De uitschieters hebben bijna een piek bereikt en zullen zorgen voor afnemende prijsdruk”: Componenten zoals de prijzen voor gebruikte wagens toonden welgeteld één maand tekenen van daling. Sindsdien zitten ze opnieuw in de lift. Daarnaast stijgen grondstoffen- en energieprijzen onverminderd voort en zullen ze veel langer dan verwacht voor extra prijsdruk zorgen.
3) “Hogere inflatie moet zich vertalen in stijgende lonen a rato van de Fed’s inflatiedoelstelling”: de employment cost index steeg in het derde kwartaal met 1.3% kw/kw, het snelste tempo sinds de start van de reeks in 2001. De maatstaf houdt rekening met zowel lonen als uitkeringen. Op vrijdag verwacht de markt een stijging van 0.4% m/m en 4.9% j/j in de looncomponent van het payrollsrapport van september.
4) “Inflatieverwachtingen zijn verankerd rond de 2%-inflatiedoelstelling”: de Amerikaanse 10j-inflatieswap steeg sinds die toespraak eind augustus van 2.5% tot 2.75% met een piek net beneden 2.9%, het hoogste niveaus sinds 2012.
5) “De aanbodschok veroorzaakt door de pandemie is van tijdelijke aard”: alles wijst in de richting dat verstoorde internationale productiekettingen nog minstens tot midden volgend jaar, en mogelijk zelfs langer, zullen deel uit maken van het globale economische stelsel.