Riksbank betonneert nulrente nog steeds tot 2024
2%+ inflatie van geen tel
De Zweedse Riksbank hield zopas de belangrijkste monetaire beleidsparameters onveranderd. Dat betekent dat ze doorgaat met de aankoop van overheidsobligaties in het vierde kwartaal van dit jaar. Dit zal aan een iets trager tempo gebeuren zodat de SEK700 miljard grote enveloppe tegen eind dit jaar volledig uitgeput is. De Riksbank verwacht het balanstotaal van een slordige SEK930 miljard minstens tot eind volgend jaar stabiel te houden door de middelen uit obligaties op vervaldag te herinvesteren. Wat de beleidsrente betreft is er weinig nieuws. De Zweedse centrale bank voorspelt net zoals in juli een nulrente tot diep in 2024. Het gebrek aan enig renteperspectief is te wijten aan inflatie. Ter herinnering: de Riksbank streeft naar 2% inflatie. Maar ze behoort tot “Team Temporary” en denkt net zoals de meeste (maar niet alle) centrale banken dat de huidige inflatieopstoot grotendeels tijdelijk is. Ze concretiseert dit uiteraard dan ook in de economische voorui… Wacht even. De Riksbank stelt voor dit jaar een inflatie (CPIF) van 2,3% voorop. Een stevige opwaartse herziening met 0,5 ppt. Voor 2022 schrijft ze 2,1% (+0,4 ppt) in de boeken. In 2023 rekent ze op 1,8%. Aha! Het duurt misschien drie jaar - wat is drie jaar voor de oudste centrale bank ter wereld - maar inflatie is dus wel degelijk tijdelijk. Alleen … De Riksbank verwacht dat ze in 2024 toch opnieuw boven de doelstelling belandt (2,1%). “Ja, maar we zien inflatie toch liever iets duurzamer bij de 2%.” Behalve op zo’n opportunistische knikredenering, kan de Riksbank gelukkig ook terugvallen op de kerninflatie. Die bedraagt “slechts” 1,8% op het einde van de beleidshorizon. Er waren ooit tijden waar deze vooruitzichten aan de inflatievoorwaarde voldeden maar niet anno 2021. Over naar de groei dan. Naast inflatie, steekt ook het Zweeds economisch herstel onder impuls van de vaccinatiecampagne de Riksbank rechts voorbij. Ze werkte de prognoses eens te meer bij in positieve zin voor dit jaar (4,7%, +0,5 ppt). De volgende jaren bleven min of meer onveranderd op 3,6% (2022), 2% (2023) en 1,8% (kw3 2024).
De Zweedse kroon reageert gelaten. De uiterst soepele houding van de Riksbank is al lang geen verrassing meer. Na een verbazend weerbare sessie tijdens de scherpe risk-off herpositionering gisteren, noteert EUR/SEK vandaag min of meer stabiel in de buurt van 10,16. Ook in een iets breder perspectief vertoont het muntenpaar maar weinig reliëf. De afwachtende houding van zowel de ECB (voor de euro) als de Riksbank zorgt voor een voorlopig evenwicht. Op korte termijn kan vooral het algemeen marktsentiment die balans verstoren.