Britse cijfers kunnen de patstelling niet breken
EUR/GBP stijgt traag maar gestaag weg van 0.8472 steun
Deze krijgen we de belangrijkste Britse economische cijfers geserveerd. Het voor- (arbeidsmarktrapport) en hoofdgerecht (inflatiecijfers) hebben we intussen achter de kiezen. Het toetje (kleinhandelsverkopen) volgt morgen nog. De julicijfers verdienden extra aandacht na de beleidsvergadering van de Bank of England begin augustus. Ze voerde een forse opwaartse herziening van de inflatieprognoses door (4% piek ipv 2.5%) en brak met de pandemische retoriek. Het voorbije jaar was beleidsnormalisatie uit den boze omwille van ruimte tot verbetering op vlak van het duurzaam behalen van de inflatiedoelstelling (te lage inflatie) en het wegwerken van overtollige economische capaciteit. Nu stelt de BoE dat voorzichtige beleidsnormalisatie tijdens de beleidshorizon (3j) nodig is om de inflatiedoelstelling op duurzame wijze te behalen (te hoge inflatie). De sterkere arbeidsmarkt speelt ook mee in haar beoordeling. Het Britse pond testte in de nasleep van die boodschap uitgebreid het EUR/GBP 0.8472 steunniveau (2021 bodem). Tot een breuk lager kwam het niet. Een nieuwe kans volgde deze week, maar de data bleven te kort bij de marktverwachting om het status quo in EUR/GBP (momenteel lage 0.85-zone) te breken.
De Britse tewerkstelling steeg in het tweede kwartaal met 95 000 (vs 100 000 marktverwachting) terwijl de werkloosheidsgraad van 4.8% tot 4.7% daalde, het laagste niveau sinds augustus vorig jaar. De werkloosheidsaanvragen daalden bovendien met 7 800 in de maand juli. Het aantal openstaande vacatures is ondertussen al hoger dan voor de pandemie. Het sterkt de nieuwe insteek van de BoE dat de piek in de werkloosheid achter ons ligt (5.2% in december 2020) en dat de focus nu ligt op het invullen van beschikbare jobs eerder dan het vermijden van een toename van de werkloosheid. De echte test volgt wel pas in het laatste kwartaal van dit jaar, nadat de Covid-steunmaatregelen aflopen. De Britse (week)lonen stegen dan weer met 7.4% j/j in het 2e kwartaal, de snelste stijging sinds de start van de reeks in 2001. De mismatch tussen vraag en aanbod speelt hier vermoedelijk een rol. De Britse inflatiecijfers stegen iets minder snel dan verwacht in juli. Het hoofdinflatiecijfer stabiliseerde op maandbasis en viel op jaarbasis terug van 2.5% j/j tot 2% j/j. De onderliggende kerninflatie vertraagde van 2.3% j/j tot 1.8% j/j.
De cijfers van deze week hadden tot dusver dus geen impact op de sterlinghandel. Britse kleinhandelsverkopen (+0.2% m/m) kunnen daar alsnog verandering in brengen, al lijkt de kans klein. De EUR/GBP-handel is de laatste dagen vooral een afgeleide het risicosentiment op de beurzen. Het fragielere klimaat speelt beperkt in het nadeel van het pond.