Dringend gezocht: (markt)vertrouwen
Als goed nieuws niet meer helpt
Een onbestemd, maar diepgeworteld gevoel van twijfel blijft de het markgebeuren domineren. De reactiefunctie vrijdag verliep volgens het gekende patroon. De Amerikaanse kleinhandelsverkopen waren goed zonder meer. De markt deed een schuchtere poging om er rekening mee te houden, maar een terugval in het consumentenvertrouwen van de Universiteit van Michigan was al voldoende om de onzekerheid terug de bovenhand te geven. De rentes sloten lichtjes lager, zowel in de VS als Europa. De (Amerikaanse) beurzen hielden schuchtere openingswinsten niet vast. Waar goede data en een hogere inflatie in de lente nog gezien werden als tekenen van herstel, doemt nu steeds meer vraag op of die prijsdruk en de verstoring van de aanvoeringkettingen niet vooral de groei dreigen te bemoeilijken. Ook de (moeilijk in te schatten) impact van de nieuwe coronabesmettingen voedt de onzekerheid. Het glas (meer dan) halfleeg i.p.v. halfvol.
Bij de start van de handel in Azië vanmorgen is er weinig nieuws belang. Voor de markten geldt echter ‘geen nieuws is … slecht nieuws’. OPEC kwam tot een akkoord om de productie elke maand met 400 000 vaten per dag te verhogen. De facto wordt de productie iets meer opgetrokken dan aanvankelijk verwacht. Een lagere olieprijs is in principe goed nieuws voor al wie olie invoert, maar zo ziet de markt dat niet. Twee andere, op zich niet zo belangrijke nieuwtjes, illustreren de onderliggende marktonzekerheid.
De Australische centrale bank (RBA) gaf bij haar beleidsvergadering aan dat ze de obligatieaankopen vanaf september afbouwt van A$ 5 mld per week tot A$ 4 mld. Op zich een ministapje gezien de vooruitgang de economie maakte. Toch is ‘down under’ nu al het debat gestart of die minuscule stap al niet te ver gaat, gezien de beperkingen om de nieuwe corona-opstoot in te dijken. De eventuele normalisatie dreigt te stoppen voor ze begonnen is. Dit soort debat helpt niet om het al wankele vertrouwen te ondersteunen.
Iets gelijkaardigs ontwikkelt zich in het VK. Op ‘Freedom Day’ vandaag doven alle coronabeperkingen in principe uit. Het had een symbolisch moment kunnen/moeten zijn. Alle aandacht gaat echter naar de snel oplopende besmettingen en naar de zelf-isolatie van PM Johnson en minister Sunak. Het geeft meer het gevoel van tijdens de hoogdagen van de coronacrisis. Het pond profiteerde vorige week even van commentaren van BoE-gouverneurs over een eventueel versnelde afbouw van de monetaire stimulus. In het huidig sentiment is er echter weinig reden om daarop verder te bouwen. De (psychologische) slinger gaat duidelijk de andere kant op. EUR/GBP heeft opnieuw de kaap van 0.86 binnen handbereik. De beurzen, die tot nu toe vrij goed standhielden, zetten vanmorgen een stevige stap lager (verliezen van <2%). De steeds lagere rente is ook geen voldoende reden meer om een correctie tegen te houden. Ook de wisselmarkt schakelt verder naar risk-off modus. De yen in koppositie, dollar als een stevige tweede, de euro en de meeste kleinere munten in het defensief (EUR/USD 1.1785).
Wat kan het tij doen keren deze week? Op het eerste gezicht weinig. Afgezien van PMI-vertrouwen vrijdag zijn er weinig echt belangrijke data. Donderdag is er uiteraard de ECB-beleidsvergadering. Lagarde en Co gaan daar de communicatie in lijn brengen met het nieuwe beleidskader. Het is echter twijfelachtig of dit een ‘game-changer’ wordt voor het globale marktverhaal. Tenslotte komt ook het resultatenseizoen volop op gang. Er wordt al veel goed nieuws verwacht. Als de aandelenmarkt dezelfde scepsis aan de dag legt als de rente- en wisselmarkt is ook hier niet veel ruimte voor minder goed nieuws, bijvoorbeeld iets meer terughoudend guidance over de toekomstige resultaten. Hopelijk geldt ook hier als de nood (aan vertrouwen) het hoogst is …