Draait OPEC+ de kraan weer een beetje verder open?
Brentolie op kousenvoeten voorbij piek in 2019
In april gaf het clubje van de belangrijkste olie-exporterende landen (OPEC+) groen licht voor een verhoging van de olieproductie met telkens 350 000 vaten in mei en juni. Vanaf volgende maand komen er nog eens 450 000 vaten bij. In diezelfde periode schroeft Saudi-Arabië stelselmatig de vrijwillige productieknip van één miljoen vaten terug. In totaal zal OPEC+ dan meer dan twee miljoen vaten extra oppompen. De beslissing was toen een beetje verrassend, omdat vooral Europa in een verstrengde grip van het virus terecht kwam. Achteraf gezien was de beslissing toch de juiste. De wereldeconomie trok de afgelopen maanden stevig aan en de dorst naar olie is groot. Een vat ruwe Brentolie kostte rond $65 in april, maar flirtte gisteren even met $76.
Komende donderdag houdt de groep haar maandelijkse vergadering. Het gonst van de geruchten over een verdere afbouw van de productiebeperkingen vanaf augustus. De verwachtingen liggen rond de 500 000 bijkomende vaten per dag. De timing komt in elk geval opnieuw wat ongelukkig. De zogenaamde Deltavariant van het virus is aan een opmars bezig in Azië (waaronder China en Australië) maar ook in Europa (Verenigd Koninkrijk). Haar beslissing in april toont wel aan dat OPEC+ bereid is om door zo’n kortetermijn kink in de kabel te kijken. Gegeven de recente prijsstijgingen tot voorbij de piek in 2019 zou het bovendien niet zo onlogisch zijn om de rem op de productie te lossen. Het is niet in het voordeel van de OPEC+ om een hoge olieprijs het economisch herstel te laten ondermijnen. Daarnaast bleek haar grote concurrent, de Amerikaanse schalieolie-industrie, de laatste maanden een pak minder prijselastisch dan vroeger gedacht. Met andere woorden: duurdere “klassieke” olie vertaalt zich niet automatisch in een vlucht naar het goedkopere Amerikaanse alternatief.
De markt is voorzichtig. De combinatie van de opflakkering van het virus en geruchten over een productieverhoging duwde het zwarte goud gisteren alsnog in het defensief. Een vat ruwe Brentolie viel terug van net geen $76/vat tot $74,68. Allicht speelden ook enkele technische overwegingen en algemene winstnemingen na de scherpe prijsremonte een rol. Dit kan op korte termijn misschien aanhouden, zeker in geval van een substantieel hoger dan verwachte productieopbouw van bv. 750 000 vaten. In het andere geval geldt $80 (weerstandszone uit 2018) als de eerstvolgende belangrijke referentie.