Fed neemt akte van opbouw prijsdruk
Markt gaat over tot orde van de dag
Gisteren publiceerde de Fed het zogenaamde Beige Book, een voorbereidend rapport voor de beleidsvergadering van 15-16 juni. In dit rapport bundelen de 12 regionale Fed-districten het resultaat van contacten met verschillende economische agenten op lokaal niveau. Een anekdotische vinger aan de pols. De algemene teneur van het rapport is geen verrassing. Het economisch herstel versnelde in de periode tussen begin april en eind mei vergeleken met de periode daarvoor. De verkoopsprijzen stijgen voorlopig matig, maar de inputkosten staan wel onder forse opwaartse druk. De tewerkstellingsgroei vertraagt, maar komt vooral omdat de bedrijven het moeilijk hebben om geschikte arbeidskrachten tot vinden, ook voor jobs met een lage scholingsgraad.
In theorie is dat een context waarin je verwacht dat een centrale bank de monetaire stimulus stilaan kan afbouwen. Zo ver zijn we voorlopig echter nog niet en de markt is, ietwat verrassend, voorlopig op niet geneigd om verder vooruit te lopen op dit proces. Recent gaven een aantal Fed-gouverneurs wel aan dat het debat over de afbouw van obligatie-aankopen (tapering) nu wel stilaan mag beginnen. Gisteren was het de beurt aan de gouverneur van de Philadelphia Fed, Patrick Harker, om een stapje in die richting op te schuiven: er kan minstens over nagedacht worden. Eens te meer haalt de rentemarkt voorlopig zijn schouders eens op. De stap naar effectief minder aankopen kan nog wel even duren. De 10-jaarse rente in de VS blijft vastgespijkerd kortbij 1.60%.
De Fed zette gisteren wel een eerste mini-stapje naar normalisatie. De portefeuille aan bedrijfsobligaties (en ETF’s die in bedrijfsobligaties investeren) die vorig jaar werd opgebouwd om de marktliquiditeit en de kredietverlening te ondersteunen (SMCCF, Secondary Market Corporate Credit Facility), wordt naar het einde van dit jaar afgebouwd. De Fed benadrukt dat dit geen monetaire verstrakking is maar uiting van het feit dat de marketcondities ondertussen zijn genormaliseerd. De portefeuille bedraagt ongeveer $ 14 mld. Dit is hoe dan ook een relatief klein bedrag in het grotere geheel van de monetaire stimulus. Ter vergelijking, de Fed koopt nog steeds $120 mld obligaties per maand in het kader van haar QE-programma.
Zoals aangegeven blijft de (rente)markt voorlopig stoïcijns kalm onder de signalen van opbouwende prijsdruk en indicaties dat de Fed (weliswaar met muizenstapjes) het debat over de normalisatie opstart. Naast de rust op de rentemarkt bevinden bijvoorbeeld ook de volatiliteitsindictoren voor de aandelenmarkten (b.v. de VIX) zich kort bij de post-corona dieptepunten. Uitkijken of vooral de arbeidsmarkdata vandaag (ADP) en morgen (payrolls) voor iets meer actie zorgen.