2-% ECB doelstelling bereikt, maar ….
Euro en rente reageren nauwelijks
Het was al even geleden, van november 2018 om exact te zijn, maar met een eerste schatting van de EMU-inflatie voor mei op 2.0% is de ECB-doelstelling van ‘kortbij maar iets beneden 2%’ gehaald; op de letter genomen zelfs lichtjes overschreden. De uitkomst was iets hoger dan de marktverwachting (1.9%), maar een echt grote verrassing was dit niet. Inflatiecijfers in een aantal EMU-lidstaten wezen de voorbije dagen al in deze richting. De marktreactie blijft uiterst beperkt.
In verband met het monetaire beleid gaat het al lang niet meer om het éénmalig halen van de algemene inflatiedoelstelling. Die doelstelling moet blijvend gehaald worden, moet de uiting van een onderliggend economisch herstel zijn en vooral van een sterke arbeidsmarkt en hogere lonen. Kortom het moet de ‘juiste’ inflatie zijn en ze mag niet tijdelijk zijn. Het feit dat de onderliggende inflatie die geen rekening houdt met de volatiele voedsel- en energieprijzen (en tabak en alcohol) slechts beperkt steeg van 0.7% tot 0.9% j/j is een illustratie dat die ‘juiste’ inflatie voor de ECB zeker nog niet is bereikt. Dat wordt ook geïllustreerd door de relatief lage diensteninflatie (1.1% j/j) en inflatie voor industriële goederen (0.7% j/j). Op zich brengt het cijfer niet zoveel bij aan het debat dat op de ECB-beleidsvergadering van 10 juni zal worden gevoerd. Daar luidt de vraag vooral of de monetaire condities voor de hele eurozone voldoende soepel zijn/blijven om een breed gedragen herstel op lange termijn te verzekeren. In maart oordeelde de ECB dat de stijging van de lange rentes (zowel de Duitse basisrente als de spreads in de periferie) moest worden ingetoomd door versnelde obligatieaankopen onder het PEPP-crisisprogramma om deze voorwaarde te vervullen. Ondertussen is het vooruitzicht verbeterd, maar zijn de rentes hoger dan in maart. De (verwacht) hogere headline inflatie zal in dit verband het debat tussen ‘duiven’ en ‘haviken’ over het eventueel terug verminderen van dat aankooptempo maar nauwelijks beïnvloeden. Tot iets meer dan een week geleden stonden de Europese rentes onder opwaartse druk, een mogelijke anticipatie op een mini-tapering in juni. Na een aantal terughoudende commentaren van ECB-gouverneurs zette de (rente)markt toch weer een stapje terug. We gaan ervan uit dat die mini-afbouw/vertraging van de PEPP aankopen niet lang kan worden uitgesteld. In principe plaatst dat een bodem voor de eventuele terugval in de Duitse rente/EMU swaprentes. Voor de Duitse 10-j rente is -0.25%/-0.20% een eerste steun. De EMU-swaprente (10-j nu 0.11%) steeg recent iets minder snel dan de Duitse rente. Opnieuw is er weinig reden om een terugval in negatief gebied te verwachten. Ook EUR/USD reageerde nauwelijks op de inflatiedata. Daar is het vooral uitkijken naar de Amerikaanse cijfers straks (ISM) en de volgende dagen (payrolls).