Heeft de inflatiehype een (tussentijdse) top bereikt?
Europese rente test belangrijke weerstand
Inflatie was ‘talk of the town’ vorige week en culmineerde met onverwacht hoge CPI-inflatie in de VS op woensdag. De Amerikaanse consument moest in april 4.2% meer neertellen voor dezelfde korf goederen vergeleken met een jaar eerder. De kerninflatie die geen rekening houdt met de volatiele voedsel- en energieprijzen, steeg 3.0% op jaar basis. De markt kreeg even een koude douche met hogere rentes, een tik voor de beurzen en een opsprong(etje) van de dollar. Donderdag zetten ook de Amerikaanse producenteprijzen hun opmars voort, al was de verrassing iets minder groot dan bij de consumentenprijzen. De inflatiedata gingen zeker niet ongemerkt voorbij, maar toch keerde de rust op de markt snel terug. Op de (Amerikaanse) rentemarkt wordt de stijging van de inflatiecomponent nog steeds in belangrijke mate geneutraliseerd door een lage reële rente. Dat blijft wat ‘raar’ gezien de verwachting van een krachtig herstel nu de economie, in de eerste plaats in de VS, maar ook in Europa heropent. Toegeven, de Amerikaanse activiteitdata hebben het recent iets moelijker om de verwachtingen de kloppen. De Amerikaanse kleinhandelsverkopen (stabiel in april na een forse opstoot door de stimulus-cheques in maart) hadden net iets meer mogen zijn en ook het consumentenvertrouwen (vrijdag) zette onverwacht een stapje terug. Toch gaan we er niet vanuit dat dit de voorbode is van meer ontgoochelend nieuws. We beschouwen de lage reële rente vooral als een aanwijzing dat de markt nog niet echt frontaal wil ingaan tegen het engagement van de Fed om door deze inflatieopstoot door te kijken en het beleid soepel te houden. Na een stevige opstoot in februari/maart blijft de Amerikaanse 10-j rente (verrassend?) stoïcijns in de 1.53/1.77% handelsband. De Europese rente zet ondertussen wel zijn inhaalbeweging verder. De Duitse 10-j rente (-0.13%) beukt tegen de cruciale steun van -15%/-0.14% aan. De dollar hapt naar adem, maar gaat tot nader bericht nog niet echt kopje onder. De EUR/USD weerstand van 1.2182/1.2243 is binnen handbereik, maar de echte genadestoot kom er voorlopig niet. Eenzelfde ietwat verdeeld beeld op de beurzen: na de inflatiecorrectie eerder vorige week, kwam er vrijdag een mooi herstel. Vraag is of het risicosentiment sterk genoeg blijft om de rally boven de recent toppen verder uit te bouwen.
Deze week is er is er alvast niet zoveel economisch nieuws om de markten richting te geven, met uitzondering van de eerste schatting van de Europese PMI’s vrijdag. De marktbeweging wordt in de eerste plaats bepaald door het risicosentiment. In dit verband houden we nog steeds de inflatie/inflatieverachtingen in het oog. Die marktindicatoren voor inflatie lijken na vorige week aan een adempauze toe. De markt had het vorige week moeilijk met de forse opstoot, maar zou een significante terugval beter nieuws zijn voor het globaal herstelverhaal? De conclusie kan zijn dat er zowel inzake inflatie als inzake de groeidynamiek ondertussen behoorlijk wat goed nieuws verdisconteerd is. Het zou ons dan ook niet verbazen dat de markten deze week in een wat aarzelend/onbeslist patroon terecht komen. Misschien kan dat voor de dollar de schade beperken, al blijft het beeld fragiel. Naast de steunniveaus voor de dollar, houden we de technische grafieken van de Europese rentes in het oog. Wordt de breuk van de Duitse 10-j rente boven -0.14/-0.15% bevestigd of is het ook hier wachten op meer concreet nieuws (van de data, maar meer nog i.v.m. met de PEPP aankopen door de ECB). Een bevestigde breuk zonder groot nieuws is vanuit marktperspectief natuurlijk ook een belangrijk signaal i.v.m. het (rente)sentiment.