Amerikaanse Huis wil optreden tegen OPEC-kartelafspraken
sWetsvoorstel effent pad voor mogelijke rechtszaken
Het Amerikaanse Huis keurde gisteren een voorstel goed waarmee het ministerie van Justitie rechtszaken rond de inbreuk van het mededingingsrecht kan aanspannen tegen OPEC. Dat is het clubje van de belangrijke olie-exporterende landen. Zij bepalen min of meer hoeveel olie wereldwijd op de markt belandt. Dat gebeurt in functie van de economische situatie. Op het toppunt van de coronapandemie en bijhorende lockdowns, beslisten ze bijvoorbeeld om ettelijke miljoenen vaten per dag minder te produceren. Dat stutte de prijs. Onlangs besliste het kartel om vanaf mei de productie gradueel weer op te drijven. De VS is die de facto prijszetting al langer beu. Het wil niet dat een extern kartel de interne olie- en bezineprijzen controleert. Toch sneuvelden eerdere gelijkaardige wetsvoorstellen al meermaals in het Congres. Ook nu is het onzeker of de Senaat het fiat geeft voor dit voorstel.
Het zette hoe dan ook de olieprijs gisteren onder druk. In het meest extreme geval, breekt het oliekartel. De bestaande productiebeperkingen verdwijnen dan allicht meteen in een poging van de individuele landen om zoveel mogelijk marktaandeel te veroveren. Een vat ruwe Brentolie tikte eerder op de dag $68/vat aan maar sloot uiteindelijk net boven $66. Ondertussen verlopen de gesprekken met Iran om het nucleair akkoord nieuw leven in te blazen relatief vlot. Dat zette mogelijk de olieprijzen mee onder druk. Er loopt momenteel een boycot tegen de Iraanse olie-exportsector. Maar bij een doorbraak in de onderhandelingen vervalt die normaal gezien. Dat betekent een bijkomend aanbod op een markt die nog steeds herstellende is van de Covidcrisis.