Glorietijd van olie (even?) voorbij?
Top van $70 per vat plots ver weg
De algemene volatiliteit op de markt zorgde gisteren voor een ietwat onverwacht slachtoffer. De olieprijs nam een stevige duik. Eerder deze week probeerde de prijs voor een vat Brent ruwe olie nog post te vatten boven de kaap van $70 p/vat. Gisteren stond er op een bepaald ogenblik $62 op de tabellen. Als oorzaak wordt onder meer verwezen naar de vertraagde heropening van de Europese economie door de trage vaccinatiecampagne en een hardnekkige opstoot van het coronavirus met bijkomende beperkende maatregelen op verplaatsingen, bijvoorbeeld in Frankrijk. Andere berichten duidden op een stijgend aanbod/export vanuit Saudi-Arabië en Iran die de vraag-aanbod-balans kunnen verstoren.
Afgezien van die specifieke vraag- en aanbodfactoren, is het waarschijnlijk geen toeval dat de correctie er kwam op het ogenblik dat een nieuwe opstoot van de lange (reële) rentes in de VS ook voor onrust zorgde op andere deelmarkten. Tot nu was olie een van de exponenten van de reflatietrade. Het ging allemaal mooi hand in hand: hogere grondstoffenprijzen, een beter risicosentiment, oplopende inflatieverwachtingen en een zwakkere dollar. Nu de rentestijging vooral gedreven wordt door een hogere reële rente, eerder dan door inflatieverwachtingen, begint dat mooi samenhangend patroon van de reflatietrade te desintegreren. De beurzen handelen volatieler, de dollar is in betere doen. De inflatieverwachtingen blijven hoog, maar de stijging vertraagt. Een aantal traditionele marktcorrelaties die een hogere olieprijs ondersteunden, zijn minder uitgesproken worden zelfs negatief voor olie (bijvoorbeeld sterke dollar). In de mate dat hogere reële rentes voor oplopende globale volatiliteit blijven zorgen, kan dat ook steeds meer doorsijpelen naar olie en mogelijk andere grondstoffen. Iets om naar uit te kijken, bijvoorbeeld ook als het gaat om de evolutie van de inflatieverwachtingen.