Fed: hogere groei, hogere inflatie, maar blijvend lage rente
Markt stelt Fed-scenario (voorlopig?) niet echt in vraag
De Fed hield de beleidsrente (0.0%/0.25%) en het tempo van de obligatieaankopen ($120 mld p/m) zoals verwacht onveranderd. In haar verklaring neemt te Fed akte van het economisch herstel, maar wijst ze er op dat de inflatie duidelijk beneden 2% blijft. De gebundelde verwachtingen van de individuele gouverneurs in verband met groei, inflatie, werkloosheidsgraad en de verwachte beleidsrente (dots) kregen meer dan gemiddelde aandacht. De centrale bank trok het verwachte groeipad voor dit een volgend jaar op tot respectievelijk 6.5% en 3.3%. Ook de inflatie wordt hoger verwacht (2.4% in 2021, 2.0% in 2022 en 2.1% in 2023). De werkloosheidsgraad valt volgens de vooruitzichten terug tot 4.5% eind dit jaar en 3.9% eind volgend jaar. Enkele gouverneurs concludeerden hieruit dat de rente mogelijk vroeger moet worden verhoogd, maar de meerderheid ziet ze onveranderd tot eind 2023. Daar had Fed-voorzitter Powell tijdens de persconferentie een goede uitleg voor. De inflatie-opstoot dit jaar krijgt nog steeds vooral het ‘label’ tijdelijk en mag gerust/liefst iets boven de Fed-doelstelling stijgen. In verband met werkloosheid wees Powell erop dat de doelstelling van maximale tewerkstelling niet enkel wordt afgemeten aan de werkloosheidsgraad, maar aan een brede waaier van indicatoren. Bovendien laat de Fed zich nu in de eerste plaats leiden door de harde data. Die moeten de doelstelling halen. De verwachting dat ze zullen worden bereikt alleen is niet genoeg. Voorlopig maakte de Fed voorzitter zich niet al te veel zorgen over de stijging van de lange rente, zolang die maar ordelijk verloopt. Ook het risico op financiële overdrijvingen is volgens Powell tot nader bericht onder controle.
Recent stelde de markt meermaals vragen over de balans tussen een fors economisch herstel enerzijds en een aanhoudend soepel monetair beleid anderzijds, met hogere rentes en volatiele (rente)markten tot gevolg. Dat was gisteren niet het geval. De markt stelde de analyse van de Fed-voorzitter niet in twijfel. De (rentes) daalden enkele basispunten. De beurzen maakten eerdere verliezen ongedaan (S&P +0.3%) en zelfs de dollar zette stapje terug. Zowat de ideale wereld dus, zowel voor de Fed als voor de markten. Toch denken we dat het debat over de afbouw van het soepele beleid opnieuw, mogelijk vrij snel, de kop kan opsteken. Wat als de groei versnelt en de inflatie richting 2% gaat? Gaat de markt dan geloven dat dit allemaal tijdelijk is en de Fed haar beleid rustig kan aanhouden? Vanmorgen komen de rentes al deels op hun stappen terug. De Amerikaanse lange rentes testen de recente toppen. Door de ‘welwillende’ marktreactie zette gisteren kreeg EUR/USD opnieuw wat ademruimte. De bodem van 1.1841 is weer wat verder verwijderd. Een blijvend herstel boven 1.20 is een indicatie dat het positieve USD-momentum taant. Gezien de rentebeweging vanmorgen hebben we toch een gevoel van ‘eerst zien en dan geloven’.