Bank of Japan stelt volgende week nieuw beleidskader voor
Wat mogen we verwachten?
Behalve de ECB, houdt ook de Bank of Japan het huidige monetaire beleidskader al even onder de loep. De Fed rondde die oefening vorig jaar al af. De algemene doelstelling van de Bank of Japan is tot een meer duurzaam beleid te komen. De centrale bank duikt almaar dieper in de wereld van onconventioneel beleid dat naast negatieve rentes en het controleren van de rentecurve ook het opkopen van aandelenfondsen (EFT) omvat. Dat alles om de inflatie, voorlopig zonder succes, richting de 2%-doelstelling te brengen. De BoJ zal haar eindconclusies op 19 maart voorstellen. Ze houdt dan tegelijk een beleidsvergadering. De afgelopen dagen/weken raakten hier en daar wel al details en mogelijke aanpassingen bekend, ook vanmorgen. Wat weten we al?
De centrale bank houdt al sinds 2016 vast aan een negatieve beleidsrente van -0,10%. In de markt heerst zowat het idee dat die niet veel dieper kan omwille van de negatieve effecten die dat zou hebben op de kredietverlening. Voor Europa/de ECB geldt dat eigenlijk ook. En net zoals dat bij Lagarde en co voor wat wrevel zorgt – zij lanceerden enkele weken geleden een verbaal offensief om het idee van een mogelijke renteverlaging kracht bij te zetten – wil ook de BoJ komaf maken met die gedachte. Volgens ingewijden zal ze volgende week daarom een kosten-batenanalyse van een negatievere rente vrijgeven. De BoJ zou daarin onder meer mogelijke compenserende maatregelen voor de financiële sector voorstellen. Niet dat ze van plan is om de rente binnenkort te verlagen, maar wel om de speculatie daartoe levend te houden.
Behalve de kortetermijnrente, controleert de BoJ ook de lange rente. Dat doet ze door een bepaalde doelstelling voor de tienjaarsrente (0%) voorop te stellen. In functie van de afwijking daarvan, koopt of verkoopt ze Japanse overheidsobligaties. De idee is destijds ontstaan om lange rentes op te krikken vanuit de historische dieptepunten. Daarmee hoopte ze de kredietverlening aantrekkelijker te maken (ontlenen aan de lage kortetermijnrentes, uitlenen aan hogere langetermijnrentes) in de hoop dat het de economie een duwtje in de rug geeft. Probleem is dat de markt het engagement van de centrale bank een beetje té ernstig neemt. De BoJ laat een speelruimte van 20 basispunten langs beide zijden toe. Maar in 2017 en 2018 bewoog de tienjaarsrente ruwweg tussen 0% en 0,1%. Vorig jaar lag die bovenzijde nóg lager. De bank ziet dat graag anders. De band van 40 basispunten zou volgens berichten eerder deze week ongewijzigd blijven. Om wat meer variantie toe te laten, overweegt de BoJ om de richtlijnen rond het obligatieaankoopbeleid achterwege te laten. De markt iets meer in het ongewisse laten, zeg maar.
Tot slot denkt de Bank of Japan ook aan een flexibelere toepassing van haar ETF-aankopen. Ze wil de jaarlijkse doelstelling van 6000 miljard yen overboord gooien. Het jaarlijks maximum van 12000 miljard yen zou wel in voege blijven. Die actie geeft de BoJ de mogelijkheid om een wat meer afzijdige houding aan te nemen als de aandelenmarkten hoge toppen scheren (zoals nu). In de mate dat er binnen de markt (aandelen)hoogtevrees ontstaat en er risico’s voor financiële stabiliteit gepercipieerd worden, kan het huidige beleid namelijk contraproductief werken.