ECB zal PEPP-tempo opdrijven
Rentes zetten stapje terug
De afgelopen weken stegen de rentes wereldwijd stevig in anticipatie op een herstellende economie. Dat gebeurde ook in Europa. Zo steeg de Duitse tienjaarsrente sinds de jaarwisseling even met 40 basispunten (van -0,60% tot kort -0,20%). Die scherpe beweging ontging de Europese centrale bank niet. Voorzitster Lagarde, maar ook andere ECB-zwaargewichten waaronder hoofdeconoom Lane, trokken verbaal ten strijde. “We houden de rentestijging in het oog”, klonk het. Anders gezegd: hier houdt het best op, of we treden op. Dat gebeurde tot nader bericht niet: het gemiddelde PEPP-tempo in januari en februari verschilde niet veel met de tweede jaarhelft van 2020. Her en der ontstond twijfel of de ECB haar engagement om de financiële condities soepel te houden wel au sérieux nam. Dat probeerde ze vandaag weg te nemen.
In het beleidscommuniqué, dat voor het overige weinig verschilt van december, stelt de centrale bank dat ze in het komende kwartaal vaart zal zetten achter de aankopen. De omvang van het programma (1850 miljard euro) en de geplande looptijd (netto-aankopen tot maart 2022, herinvesteringen vervallen obligaties tot eind 2023) verandert niet. Dat gold overigens ook voor de beleidsrente (stabiel op -0,50%). Met hoeveel ze het tempo zal opdrijven, wilde Lagarde niet kwijt. Ze maakte er wel een punt van om niet te veel te focussen op de wekelijkse PEPP-data. Een herziening op kwartaalbasis vindt ze het meest aangewezen omdat de ECB dan telkens over nieuwe vooruitzichten beschikt. Hoe dan ook blijft de ECB varen voglens het kompas dat “financiële voorwaarden” heet. Van de warrige uitleg die dat vaag begrip moest toelichten, onthouden we dat de ECB naar een brede waaier van indicatoren kijkt die niet alleen 19 soevereine rentes omvat, maar ook naar de prijszetting voor de reële economie (bedrijven en huishoudens).
De marktreactie was eerder gematigd. Europese rentes tuimelden enkele basispunten meteen na de publicatie van het communiqué waarin de ECB haar engagement formeel kracht bijzet. De Duitse tienjaarsrente dook van -0,32% richting -0,36% maar krabbelde ondertussen overeind tot het belangrijke -0,34%-steunniveau. De Europese tienjaarswaprente probeert het hoofd boven de nulgrens te houden, voorlopig zonder succes. EUR/USD handelde lichtjes volatiel maar blijft kortbij de voorlopige dagpiek. Het paar probeert zich boven de 1,1952 te nestelen.
Als uitsmijter geven we die nieuwe vooruitzichten van deze maand nog mee. De ECB is iets optimistischer over de economie en schat de groeirisico’s evenwichtig verdeeld op middellange termijn. Op korte termijn ziet ze wel nog vooral neerwaartse risico’s omwille van de onzekere evolutie van de pandemie. Een uitgebalanceerde visie die zich in weinig veranderde groeivooruitzichten vertaalde: 4% in 2021 (vs. 3,9% in december), 4,1% voor 2022 (vs. 4,2%) en 2,1% voor 2023 (onveranderd). Verwachte inflatie dit jaar kreeg een flinke boost tot 1,5% (vs. 1%) maar zwakt volgend jaar alweer af tot 1,2% (vs. 1,1%) om ook in 2023 (1,4%) beneden de 2%-doelstelling te blijven.