Naast vraag weegt ook aanbod op olieprijs



De olieprijs is de voorbije weken sterk gedaald. In januari piekte de dagprijs van een vat Brentolie nog boven 80 US dollar, maar intussen in deze teruggevallen tot ongeveer 60 dollar (zie figuur 1). Het is geleden van begin 2021 dat de olieprijs nog zo laag stond, toen een gevolg van de coronapandemie. De huidige daling is het gevolg van een combinatie van vraag- en aanbodschokken. Aan de vraagzijde speelt de vrees voor een stevige terugval van de wereldwijde groei, aan de aanbodzijde is er de toenemende onenigheid tussen de OPEC+-leden.

Wereldwijde groeivertraging
Een belangrijke factor die de recente daling van de olieprijs kan verklaren is de verwachte vertraging van de wereldwijde groei. Deze is onder meer het gevolg van de onzekerheid rond de Amerikaanse handelstarieven, die bijna dag na dag veranderen en die voor grote verstoringen van de wereldwijde handel zorgen. Vooral tussen China en de VS zijn de handelsspanningen en tarieven sterk toegenomen tijdens de nieuwe ambtstermijn van Trump. Er kwamen de voorbije dagen enkele voorzichtige signalen dat er ruimte komt voor overleg en er werden al enkele toegevingen gedaan door president Trump, maar de situatie blijft heel gespannen en beide partijen zijn nog ver verwijderd van een overeenkomst om de tarieven opnieuw te verlagen.
Ook voor veel andere landen blijft de onzekerheid rond de handelstarieven groot. De tarieven van 25% op staal en aluminium, 25% op auto’s en auto-onderdelen, samen met de zogenaamde 'wederkerige' tarieven (momenteel een algemeen tarief van 10%, gezien de pauze van 90 dagen voor land-specifieke wederkerige tarieven), zetten een domper op de groeivooruitzichten. Ook landen die weinig uitvoeren naar de VS kunnen indirect, via de vertraging van de wereldwijde groei, de gevolgen ondervinden van het toegenomen handelsprotectionisme in de VS.
In de VS zelf zullen de handelstarieven de consumptie zeer direct aantasten, via een daling van de koopkracht omwille van prijsstijgingen, maar ook via een beperktere beschikbaarheid van goederen. Het containerverkeer tussen de VS en China is drastisch afgenomen de voorbije weken. Dit zal zich vermoedelijk weldra vertalen in lege winkelrekken.
De groei in de VS wordt niet enkel verstoord door de handelstarieven, maar ook door andere beleidsbeslissingen die recent genomen werden, waaronder de verstrenging van het migratiebeleid en de ontslagrondes bij overheidsdiensten.
Onenigheid binnen OPEC+
Niet alleen de vraagzijde oefent neerwaartse druk uit op de olieprijs, ook aan de aanbodzijde spelen er factoren die de olieprijs naar beneden duwen. De grootste oorzaak hiervan zijn de spanningen binnen de OPEC+, de organisatie van olieproducerende landen. Ondanks de (verwachte) terugval in de wereldwijde vraag besliste de OPEC+ voor de tweede maand op rij om de olieproductie te verhogen. Deze onconventionele beslissing wordt toegeschreven aan de verzuurde verhouding tussen de leden van het kartel. De voorbije drie jaren heeft de OPEC+ haar totale olieproductie verminderd met 6 miljoen vaten per dag in een poging om de olieprijs hoog te houden. Enkele leden, waaronder Kazachstan en Irak, overschrijden al enige tijd de onderling overeengekomen productiequota. Dit dwingt andere leden om een groter deel van de totale aangekondigde productiebeperking voor hun rekening te nemen. Voor enkele leden van het kartel, waaronder Saoedi-Arabië, lijkt de maat nu vol te zijn. Zo oefende Saoedi-Arabië druk uit op het kartel in april door aan te kondigen dat het zijn olieproductie zou opvoeren. Het land lijkt erop gebrand marktaandeel terug te winnen, zelfs als dat ten koste komt van de olieprijs.
Er liggen plannen op tafel binnen de OPEC+ om bijkomende productiebeperkingen op te leggen aan de leden van het kartel die hun quota overschreden hebben de voorbije jaren. Er zijn evenwel weinig redenen om aan te nemen dat de overtreders zich ineens wel aan hun (strengere) beperkingen zouden houden.
Er zijn weinig indicaties dat de neerwaartse olieprijsdruk langs vraag- en aanbodzijde snel gevoelig zal afnemen. Er was de voorbije jaren reeds sprake van een overaanbod van olie (zie figuur 2) en daar zijn nu twee extra schokken bovenop gekomen. Zonder kentering in de economische toestand of de onderlinge verhoudingen tussen de OPEC+-leden zal de druk op de olieprijs ook de komende maanden aanhouden. De markten gaan hier alvast van uit.
