België: verrassende BBP-stijging in het vierde kwartaal

Uit het departement: “Netto uitvoer als reddende engel?”

Economische Vooruitzichten België 

Volgens de voorlopige flashraming steeg het Belgische reële bbp in het laatste kwartaal van 2022 verrassend met 0,1% tegenover het vorige kwartaal. Wij hadden een krimp van de economische activiteit met 0,2% verwacht. De dienstensector en de bouwsector noteerden beide een positieve groei van +0,3% respectievelijk +0,8%, terwijl de toegevoegde waarde in de industrie met 1,0% terugliep. Dit bracht de jaargroei van het Belgische reële bbp in 2022 op 3,1%, een hoog cijfer dat een groot overloopeffect van 2021 verhult (namelijk 2,0 procentpunten). Met twee cijfers achter de komma lag de groei in het vierde kwartaal in België (+0,07%) iets onder het cijfer voor de eurozone (+0,12%). Die was wel beter dan in buurland Duitsland, waar het reële bbp met 0,24% kromp. De voorlopige flashraming geeft geen detail over de drijvende krachten achter de Belgische groei. Van een aantal andere Europese landen weten we dat de netto-uitvoer tot de groei bijdroeg, terwijl de binnenlandse vraag een rem zette op de groei. Wellicht was dit ook in België het geval.

Iets rooskleuriger

De bescheiden expansie in het vierde kwartaal maakt het minder waarschijnlijk dat de Belgische economie alsnog in een recessie terechtkomt, tenzij de groei in het vierde kwartaal naar beneden wordt bijgesteld en het eerste kwartaal van 2023 zwakker uitvalt dan verwacht. Het eerste is goed mogelijk, aangezien enkele hoogfrequente data hadden gewezen op een negatieve Belgische groei in het vierde kwartaal. Zo lag de Belgische Economic Sentiment Indicator eind 2022 beter in lijn met de Duitse cijfers dan met die van de eurozone (zie figuur BE1). Anderzijds contrasteert de vierdekwartaalkrimp van de toegevoegde waarde met 1,0% in de industrie met verrassend goede maandcijfers inzake industriële productie naar het jaareinde toe. Voor het eerste kwartaal van 2023 is een correctie van de economische activiteit onwaarschijnlijker geworden gezien de iets rooskleuriger situatie op korte termijn, vooral aan de consumentenzijde. Het consumentenvertrouwen en de vraagverwachtingen in de detailhandel voor de komende maanden hebben zich in januari verder hersteld. Naast de loonindexering  en de dalende (energie-)inflatie heeft dit ook te maken met het feit dat arbeid schaars blijft en bedrijven nauwelijks werknemers ontslaan.

Het onderliggende beeld blijft er echter een van bijna-stagnatie van de economische activiteit, waarbij vooral de vooruitzichten voor de Belgische industrie, zowel de verwerkende nijverheid als de bouw, de nodige aandacht blijven vragen. De beoordeling van de bestellingen in de sector vertoonden de afgelopen maanden een dalende trend en dat was ook in januari nog het geval (zie figuur BE2). Naast de uitdaging om het internationale concurrentievermogen te vrijwaren, zal de (al gerealiseerde en toekomstige) monetaire verstrakking door de ECB zijn tol beginnen te eisen op de industriële activiteit, met name vooral in de bouw. Aangezien het monetair beleid gewoonlijk met vertraging werkt, zullen de economische gevolgen van de agressieve renteverhogingen allicht vanaf de tweede helft van 2023 sterker zichtbaar worden.

Volgend op bovenstaande overwegingen gaan wij er nu van uit de kwartaalgroei van het Belgische reële bbp in de eerste jaarhelft iets sterker maar in de tweede helft zwakker zal zijn dan vorige maand gedacht. Per saldo is onze raming voor de jaargroei in 2023 opwaarts herzien van 0,2% naar 0,6%. Deze aanpassing is in overeenstemming met de wijziging van ons groeiscenario voor de eurozone en impliceert dat zelfs een milde (technische) recessie zal worden vermeden. Op zich is dit goed nieuws, maar het scenario blijft er wel een waarin de zwakke economische activiteit in België nog enkele kwartalen aanhoudt. Voor 2024 hebben wij de reële bbp-groei in België bovendien licht neerwaarts bijgesteld, van 1,3% naar 1,2%.

Energie duwt inflatie lager

De Belgische HICP-inflatie daalde in januari verder van 10,2% naar 7,5%. De daling van de gasprijzen sinds december werkt snel door in het Belgische inflatiecijfer. De energie-inflatie viel in België relatief fors terug, van 33,0% in december tot slechts 1,1% in januari. In de eurozone bedroegen die cijfers respectievelijk 25,5% en 17,2%. Bijgevolg daalde de algemene inflatie in België sterker dan in de eurozone, namelijk met -2,7 tegenover -0,7 procentpunten volgens de voorlopige raming. Ook de aanpassing van de gewichten in de HICP-korf (bij het jaarbegin op basis van de consumptiestructuur van 2022) droeg bij tot de sterke inflatieterugval in België in januari, dit door de combinatie van erg lage energie-inflatie (1,1%) en het toegenomen gewicht van energie in de consumptiekorf (van 10,7% tot 14,6%) (zie figuur BE3). 

Toch is de bezorgdheid over de inflatie nog niet voorbij. De kerninflatie nam in januari verder toe. Daarbij valt vooral de stijging van de Belgische diensteninflatie op, van 4,8% tot 5,5%, terwijl die in de eurozone de afgelopen maanden is gestabiliseerd. Wij blijven uitgaan van een verdere daling van de algemene inflatie in de loop van 2023. Onze prognose voor de gemiddelde Belgische inflatie in 2023 en 2024 blijft gehandhaafd op respectievelijk 5,2% en 2,9%. Afgezien van de aanhoudende onzekerheid rond de energieprijzen die verband houdt met de verdere ontwikkelingen in de oorlog in Oekraïne, vloeit het voornaamste risico voor de inflatievooruitzichten voor 2023 voort uit de impact van de voorbije sterke loongroei. In ons scenario gaan wij ervan uit dat de kerninflatie ergens de komende maanden begint te dalen, zij het langzaam.

Economische voorspellingen februari 2023

Nationale rekeningen (reële jaarwijziging, in %)

  2023 2024 2025
Particuliere consumptie 1.4 1.0 1.1
Overheidsconsumptie 1.6 1.9 0.8
Investeringen in vaste activa 3.6 1.2 2.9

Bedrijfsinvesteringen

6.0 1.9 3.8

Overheidsinvesteringen

6.3 6.9 2.0

Investeringen in woongebouwen

-5.7 -5.0 -0.1
Finale binnenlandse vraag (ongerekend voorraadwijzigingen) 2.0 1.3 1.4
Voorraadwijziging (groeibijdrage) 0.1 -0.7 0.1
Uitvoer van goederen en diensten -3.3 -2.1 1.4
Invoer van goederen en diensten -2.6 -2.8 1.8
       
Bruto binnenlands product (bbp) 1.4 1.1 1.2
       
Beschikbaar gezinsinkomen 3.8 1.6 0.9
Bruto-gezinsspaarquote (in % beschikbaar inkomen) 14.5 15.0 14.7

Evenwichtsindicatoren

  2023 2024 2025
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, in %)      

Consumptieprijzen (geharmoniseerde CPI)

2.3 4.0 2.2

Gezondheidsindex (nationale CPI)

4.3 3.3 2.2
       
Arbeidsmarkt      

Werkgelegenheid (jaarwijziging, in 1000, einde jaar)

25.5 19.2 30.0

Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, einde jaar, Eurostat definitie)

5.6 5.6 5.6
       
Overheidsfinanciën (in % van het bbp bij ongewijzigd beleid)      

Netto-financieringssaldo

-4.4 -4.6 -5.0

Overheidsschuld

105.2 105.8 107.9
       
Saldo lopende rekening (in % van bbp) -1.0 -0.5 -1.0
       
Woningprijzen (gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen, Eurostat definitie) 2.3 2.8 3.0

Andere voorspellingen

Wereld

België

Ierland

Centraal- en Oost-Europa