c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

Centrale banken (moeten) beslissen met bijkomende laag van onzekerheid

De markten: kort op de bal

Afwachten en uitkijken is de basishouding

Het wordt voor de meesten navigeren tussen een reeks tegenstrijdige impulsen. Naast specifieke binnenlandse overwegingen, blijft uitkomst van het handelsconflict met de VS een bron van onzekerheid, zowel voor groei als inflatie. Het al moeilijke beslissingsproces werd de voorbije dagen dan nog eens doorkruist door het oplaaiende conflict in het Midden Oosten en de daarmee verbonden opstoot van de olie- en andere energieprijzen. Daarmee wordt een belangrijke ‘inflatiemeevaller’ van de voorbije maanden uitgewist. Als die trend zich doorzet, dreigen centrale banken steeds meer geconfronteerd te worden met de Gordiaanse knoop van ‘stagflatie’. Zwakkere groei en hogere inflatie. In die context is het als centrale bank per definitie moeilijk een richting te kiezen en een duidelijke aanpak/timing naar de markt te communiceren. Tenzij inflatie duidelijk terugkeerde naar of beneden de doelstelling, is het dan logisch om nu even de kat uit de boom te kijken.

De Amerikaanse Fed, de Bank of England en de Noorse en ook de Turkse centrale bank zullen de rente met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid onveranderd houden. De meeste aandacht gaat uiteraard uit naar de Fed. Zolang de arbeidsmarkt niet breekt, wachten Powell en co af om het beleid te versoepelen. De nieuwe dots/vooruitzichten kunnen wat bijkomend inzicht geven over de inschatting van het toekomstig beleid. We gaan er vanuit dat die zeker niet meer dan de 50 bpn renteverlaging in de dots van maart zullen aangeven. Het risico ligt waarschijnlijk aan de andere kant van de vergelijking. Met een opwaartse inflatieverrassing in april en een inflatie nog steeds duidelijk boven 2% heeft ook de Bank of England geen reden om het pad van één renteverlaging per kwartaal te versnellen. Misschien in augustus dus, zeker niet nu. Aanhoudend degelijke activiteitsdata en een inflatie die eerder bij 3% dan bij 2% postvat, zorgen er zelfs voor dat de Norges Bank de start van haar versoepelingscyclus nog verder moet uitstellen (4.5%). De Bank of Japan zit in de opwaartse rentecyclus (0.5%) en hoewel de inflatie er zich aanzienlijk boven de doelstelling bevindt (>3%) is de onzekerheid hier een reden om even te wachten met verdere verhoging. Omwille van de recent forse druk op obligaties met lange looptijden kijkt de markt vooral uit naar een bijstelling van het aankoopprogramma van overheidsobligaties (trager terugschroeven).

Voor de Zwitserse centrale bank is de afweging waarschijnlijkst het duidelijkst/gemakkelijkst. De inflatie is er zonder meer (te) laag, zelfs negatief  (-0.1% J/J in mei). Een sterke Zwitserse frank dreigt dit proces te bestendigen. Het is dan ook logisch dat de SNB de rente opnieuw verlaagt van 0.25% tot 0%. Daarmee dient zich mogelijk wel een probleem aan bij de volgende vergadering in september. Wagen voorzitter Schlegel en co zich dan opnieuw op het moeilijke terrein van negatieve beleidsrentes? De SNB zal herhalen dat ze in de wisselmarkt kan blijven interveniëren, niet om een competitief voordeel te verwerven maar om de voorkomen dat de munt de deflatoire druk nog bestendigt.

De enige CB waar er nog een beetje twijfel kan zijn over de uitkomst van de rentebeslissing is de Zweedse Riksbank. De markt gaat er zo goed als vanuit dat ze de ECB zal volgen en de rente verlaagt van 2.25% tot 2% (85% verdisconteerd), al focuste de RB recent in haar inschatting iets minder op groei dan dat vroeger het geval was. 

VS korte rente (2-j): onzekere context maakt ‘wachten’ tot voorkeursoptie voor CB-beleid

Bron: Bloomberg

Disclaimer:

Deze publicatie vormt een algemene duiding van de financieel-economische actualiteit op korte termijn en kan niet beschouwd worden als onderzoek op beleggingsgebied. Deze publicatie kan evenmin worden beschouwd als beleggingsadvies of als beleggingsaanbeveling met betrekking tot de beschreven financiële instrumenten en houdt op geen enkele wijze een beleggingsstrategie in. Deze publicatie maakt een kleine niet-geldelijke tegemoetkoming uit die ook gratis ter beschikking wordt gesteld van het publiek.
De informatie opgenomen in deze publicatie mag op geen enkele manier gepubliceerd, herschreven of heruitgegeven worden in eender welke vorm. KBC Bank NV heeft beroep gedaan op de door haar betrouwbaar geachte bronnen voor de informatie opgenomen in deze publicatie. De accuraatheid, volledigheid en tijdigheid van de informatie wordt evenwel niet gegarandeerd. Er wordt niet gewaarborgd dat de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen noch dat ze in realiteit tot uiting zullen komen.
KBC Bank NV noch enige andere vennootschap van de KBC-groep (of enige van hun aangestelden) kunnen aansprakelijk gesteld worden voor enige schade, rechtstreeks of onrechtstreeks, die het gevolg is van de toegang tot, de consultatie of het gebruik van de informatie en de gegevens vermeld in deze publicatie.

KBC Bank is een kredietinstelling naar Belgisch recht en staat onder het prudentieel toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB, Sonnemannstrasse 22, 60314 Frankfurt am Main, Duitsland). Concreet oefent de Europese Centrale Bank het toezicht uit via een “Joint Supervisory Team” waarvan ook personeelsleden van de Nationale Bank van België (NBB, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, www.nbb.be) deel uitmaken.
KBC Bank NV staat ook onder toezicht van de FSMA voor wat het toezicht op de gedragsregels en de financiële markten betreft (Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, www.fsma.be).
KBC Bank NV maakt deel uit van de KBC-groep. De website www.kbc.com bevat uitgebreide informatie over de KBC-groep.

Andere berichten uit de markten

Japanse inflatie in alle maatstaven ver boven 2%

Japanse inflatie in alle maatstaven ver boven 2%

Australisch marktrapport stelt teleur maar verdient nuance

Australisch marktrapport stelt teleur maar verdient nuance

En de lange rentes ...

En de lange rentes ...

NBP verlaagt de beleidsrente van 5.25% tot 5%

NBP verlaagt de beleidsrente van 5.25% tot 5%