Amerikaanse consumentenvertrouwen neemt een duik in februari
Vrees voor hogere inflatie en economisch ontij

Consumentenvertrouwen is niet altijd de economische indicator met het meeste marktimpact. De link tussen wat respondenten antwoorden in de enquête in wat ze effectief doen is zeker niet één-op-één. Ook zijn de indices dikwijls volatiel en worden (forse) maandschommelingen soms snel ongedaan gemaakt. Afgezien van deze ‘disclaimer’ konden ook de markten gisteren niet voorbij aan de forse duik in het Amerikaanse consumentenvertrouwen (Conference Board).
De algemene index daalde 7 punten tot 98.3, de derde maandelijkse daling op rij en de meest uitgesproken daling sinds augustus 2021. De index over de inschatting van de huidig situatie hield nog vrij goed stand (136.5 van 139.9), maar consumenten worden veel ongeruster over de toekomst. De verwachtingsindex dook van 82.2 tot 72.9. Conference Board, de organisator van de enquête, vermeldt dat niveaus beneden 80 vaak voorbode waren voor een recessie. Consumenten verwachten onder meer dat de situatie op de arbeidsmarkt aanzienlijk kan verslechteren (pessimisme op het hoogste niveau in 10 maanden). Ze worden ook meer pessimistisch over de toekomstige economie en minder optimistisch over hun eigen financiële situatie. Het vertrouwensverlies doet zich voor over alle leeftijdsgroepen.
Naast een minder gunstig economisch vooruitzicht verwacht Joe Sixpack tegelijk dat inflatie het komende jaar fors zal oplopen (6% van 5.2%). De verwachting wordt expliciet in verband gebracht met het beleid van de huidige administratie (onder meer hogere tarieven). In een aantal vragen buiten de index toont de consument zich minder optimistisch over de beurs en verwacht hij hogere rentes. Het minste wat je kan zeggen is dat het rapport niet in de richting-gaat van wat de Trump-administratie nastreeft. Onzekerheid over het beleid eist zijn tol. Vraag is of dit op termijn kan worden gecompenseerd door bijvoorbeeld lagere belastingen.
Het onverwacht zwakke rapport bevestigde de recente marktrends. Ondanks de hoge inflatieverwachtingen daalde de Amerikaanse rentes stevig (tot meer dan 10 bpn). Zowel de 2-j rente (4.13%) als de 10-j rente (4.33%) vielen beneden eerste steunniveaus (respectievelijk op 4.16% & 4.38%). De daling in de 10-j rente kwam logischerwijs vooral op conto van de reële rentecomponent. Die daalde beneden de psychologische grens van 2%. De markt gaat opnieuw uit van twee renteverlagingen van 25 bpn dit jaar. Midden januari was dat nog maar één renteknip. De Amerikaanse beurzen blijven naar adem happen (S&P -0.47%). Dat geldt ook voor de dollar. Belangrijke technische steunniveaus (DXY 105.42, nu 106.5; en EUR/USD 1.0533, nu 1.05) komen binnen handbereik maar blijven nog wel overeind.
DXY (Handelsgewogen USD-index): (groei-)onzekerheid weegt op dollar.
