Europese economie klimt uit het dal. Kerninflatie vertraagt iets minder dan verhoopt.
Euro profiteert lichtjes

Verschillende Europese landen maakten gisteren en vandaag groeicijfers bekend voor het eerste kwartaal. Die waren unisono positief en meestal ook iets sterker dan verhoopt, een aanwijzing dat de Europese economie aan de beterhand is. De eerste schatting van Eurostat voor de EMU klokte af op een mooie 0.3% op kwartaalbasis na een contractie van 0.1% in het laatste kwartaal van vorig jaar en aanzienlijk beter dan de 0.1% consensusverwachting. Alle EMU-landen laten overigens positieve kwartaalgroeicijfers opteken. Binnen de EU is Zweden de enige negatieve uitschieter (-0.1% kw/kw).
Vooral de Zuid-Europese landen blijven zich positief onderscheiden. Zo behield Spanje een sterk groeimomentum (0.7% Q/Q). In tegenstelling tot andere landen, werd de stijging hier vooral gedragen door investeringen en een positieve bijdrage van de netto-export (toerisme en andere diensten). De bijdrage van de particuliere consumptie was deze keer beperkt. De overheid nam gas terug na een sterke uitgavendynamiek vorig jaar. Ook Portugal blijft sterk groeien (0.7% kw/kw, idem als in Q4 vorig jaar). In Italië was de groei met 0.3% kw/kw ook hoger dan verwacht. Hier zijn nog geen details bekend over de vraagcomponenten, maar zowel landbouw, industrie als diensten droegen positief bij.
Wat de andere grote economieën betreft groeide Frankrijk met 0.2% kw/kw waardoor de activiteit er 0.9% hoger was vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Vooral de binnenlandse vraag deed het goed (consumptie van de gezinnen +0.4%, investeringen +0.3%). De bedrijven bouwden licht voorraden af. De bijdrage van de externe sector was neutraal. Duitsland ontsnapt aan een technische recessie. Het land knoopte opnieuw aan met groei (0.2% kw/kw), al werd het cijfer voor het laatste kwartaal van 2023 wel aanzienlijk neerwaarts herzien (-0.5% kw/kw ipv -0.3%). De activiteit ligt er dan ook nog 0.2% beneden het niveau van een jaar geleden. Het Duits statistisch bureau gaf nog geen details over de samenstelling. Toch doet het herstel in het eerste kwartaal samen met recent betere sentimentsindicatoren (PMI’s, IFO) ook hier beterschap verhopen.
Naast de groeicijfers voor het eerste kwartaal kregen we vandaag ook een eerste schatting van de inflatie in de eurozone in april. In lijn met de data van de nationale lidstaten was het cijfer kort bij de verwachting. Het algemeen prijsprijspeil steeg nog steeds met 0.6% op maandbasis. Gezien een gelijkaardige stijging vorig jaar blijft het j/j cijfer stabiel op 2.4%. De kerninflatie koelde wel iets minder af dan verwacht (2.7% van 2.9%). Diensteninflatie ging de goede kant op (3.7% van 4.0%) maar blijft hoog.
De marktreactie op de Europese data vanmorgen blijft beperkt. Na een correctie de voorbije dagen trekken de Europese rentes +/-2 basispunten hoger. De data vandaag zijn waarschijnlijk niet van aard om de ECB te laten terugkomen op haar ‘engagement’ van een eerste renteknip in juni. De combinatie van een meer hobbelige inflatiedynamiek de volgende maanden en een betere (binnenlandse) vraag (cf risico op diensteninflatie) kan er wel toe leiden dat de ECB voorzichtig te werk moet gaan met eventuele verdere verlagingen later dit jaar. Over wat er na juni kan/moet gebeuren is er nog niets beslist. De euro putte wel wat kracht uit de beter dan verwachte groeicijfers (EUR/USD 1.0725) al blijft het hier vooral uitkijken naar de algemene USD reactie na de Fed-rentebeslissing morgen.
Figuur - EUR/USD: euro profiteert lichtjes van beter EMU groeiverhaal.
