Europese economie zet gestage bodemvorming voort
Geen reden voor agressieve neerwaartse rentecyclus
Het Europees PMI-bedrijfsvertrouwen kroop bij de start van 2024 opnieuw marginaal hoger. De samengestelde indicator die naar het gecombineerd vertrouwen in de maakindustrie en de dienstensector peilt, nam toe van 47.6 tot 47.9. Dat is beneden de grens van 50 die het verschil aanduidt tussen economische groei en contractie, waar het al sinds juni van vorig jaar verblijft. Toch betekent de lichte verbetering een verderzetting van de bodemvorming die sinds oktober 2023 begon. De lat lag wel nét iets hoger, op 48. De misser komt op het conto van de dienstensector, waar het vertrouwen tegen de verwachtingen in afbrokkelde tot 48.4 (van 48.8). De verwerkende nijverheid bracht tegengewicht met een flinke verbetering van 44.4 tot 46.6 (44.7 verwacht).
Op samengesteld niveau krompen de orderboekjes, waardoor de bedrijfsactiviteit nog steeds teert op het wegwerken van achterstallig werk. De krimp in nieuwe bestellingen gebeurde wel aan het traagste tempo sinds juni. Er was op dit vlak beterschap in beide sectoren, wat wijst op een breed gedragen vertraging van de vraagval, zowel in binnen- als buitenland. De tewerkstelling nam nog een fractie toe op geaggregeerd niveau. De dienstensector compenseerde voor het jobverlies in de kleinere maakindustrie. Het is een kleine opsteker na enkele maanden van afbrokkeling, al onderlijnt de dalende aankoopactiviteit (van bv. grondstoffen voor productie) wel de aanhoudend zwakke algemene omgeving. De bevraging toont ook de eerste effecten van de situatie rond de Rode Zee onder de vorm van toenemende levertijden. Een impact op de prijzen in de maakindustrie is er voorlopig niet. De inputkosten daalden opnieuw scherp in januari, maar ook deze indicator bodemt al sinds april vorig jaar gestaag uit. In de dienstensector klommen de kosten het snelst in acht maanden. Dat sijpelt door naar de aan de eindconsument aangerekende prijs. Deze diensteninflatie trok naar het hoogste niveau sinds juni vorig jaar.
We eindigen met een positieve noot: bedrijven werden in januari voor een vierde maand op rij optimistischer voor het komende jaar. De verbetering was sectorwijd en geschraagd door dalende inflatie die de koopkracht minder aantast en de verwachting dat lagere rentes de economie zullen ondersteunen.
De PMI’s laten een gevoel van voorzichtig optimisme na. Veel (sub)indicatoren tonen een Europese economie op de vooravond van een herstel, dat weliswaar traag verloopt. Met de prijsreeksen, in het bijzonder van de dienstensector, op aanhoudend hoge niveaus, is er geen reden voor de ECB om over te gaan tot een agressieve neerwaartse rentecyclus. We verwachten dat voorzitster Lagarde de boodschap die ze op het WEF vorige week bracht (eerste renteverlaging pas in de zomer) op de beleidsvergadering morgen herhaalt. Duitse rentes verliezen vanmorgen <3 bpn maar dat was eerder op de dag nog ongeveer het dubbele. EUR/USD trekt hoger richting 1.09.