Bank of Japan houdt het bij het oude
2%-inflatiedoelstelling komt wel opnieuw dichterbij
De Bank of Japan liet alle parameters van haar beleid vanmorgen ongemoeid. Dat was zoals verwacht, al was het maar omwille van de recente aardbeving die het land teisterde en voor bijkomende economische onzekerheid zorgde. Tijdens de eerste beleidsvergadering van het jaar liet ze de beleidsrente op -0.1%. Voor de tienjaarsrente mikt ze nog steeds op 0%, met een toegelaten afwijking van ongeveer 1% aan de bovenzijde. Dat is sinds de beleidsvergadering van oktober geen onverbiddelijke no pasaran maar eerder een referentie waar de BoJ flexibeler mee omspringt dan in het verleden. In de praktijk betekent het dat de centrale bank een graduele, gecontroleerde stijging voorbij 1% waarschijnlijk wel aanvaardt. Bij bokkesprongen of ongewoon grote volatiliteit zal ze wellicht wel ingrijpen d.m.v. obligatieaankopen. Dat klinkt als een semantisch debat maar het is de modus operandi van de BoJ: ministapjes richting exit uit een uiterst soepel monetair beleid. Het trage proces volgt uit het feit dat inflatie zich al een hele tijd boven de 2%-doelstelling bevindt maar volgens de BoJ omwille van de verkeerde redenen. De verhoopte wisselwerking tussen hogere lonen en hogere binnenlandse inflatie komt nog onvoldoende tot uiting. Met de kleine stapjes koopt de BoJ tijd bij ongeduldige markten die de Japanse yen al meermaals onder druk zetten tegenover rentedragende munten zoals de dollar of de euro. De BoJ schoof vandaag ook lichtjes op. Ze verlaagde de inflatieverwachtingen voor fiscaal jaar 2024 van 2.8% tot 2.4% onder invloed van een lagere olieprijs, maar trok die voor 2025 op van 1.7% tot 1.8%. 2% inflatie over de volledige beleidshorizon is er dus nog niet maar komt wel opnieuw een stapje dichter. Het vertrouwen in dat proces groeit gestaag, voegde de BoJ daar in de begeleidende nota rond de nieuwe vooruitzichten aan toe. Die nieuwe toevoeging klinkt als een fait divers maar draagt door de typische slenterstijl van de BoJ wel wat waarde. Het is zelfs voldoende voor de Japanse yen om een kleine uitschuiver net na beslissing ongedaan te maken. Aan 147.3 handelt USD/JPY wel nog steeds in de buurt van historische toppen (laagtes voor de yen).
Vanmorgen haalde de BoJ de trekker dus nog niet over. Wanneer komt die eerste renteverhoging sinds 2007 dan wel? Er wordt met veel aandacht gekeken naar “shunto”. Dit zijn de loononderhandelingen die duren tot in de lente. Premier Kishida brak gisteren nog een lens voor voldoende grote loonopslagen omdat Japan op een kritiek punt staat waar het eindelijk kan ontsnappen van hardnekkige deflatie. Het zou de centrale bank in de lente (april, juni) of rond de zomer wel eens het finale duwtje in de rug kunnen geven. De BoJ blijft daarmee ironisch genoeg wel het buitenbeentje want op dat moment staan andere grote centrale banken zoals de Fed en ECB op het punt om de neerwaartse rentecyclus aan te vangen. Zelfs een beperkte hoeveelheid aan Japanse renteverhogingen kan de yen in dat geval disproportioneel veel opleveren.