ECB houdt koers: +25 basispunten.
Aanhoudend hoge kerninflatie suggereert verdere stappen. Pauze niet aan de orde.
De ECB verhoogde zoals verwacht haar beleidsrentes met 25 basispunten. De voor de markt richtinggevende depositorente komt daarmee op 3.5%. De inflatie koelde recent wel wat af, maar zal nog te lang veel te hoog blijven. Dat laatste wordt bevestigd door de nieuw economische vooruitzichten. Daarin voorspelt de ECB-staf de algemene inflatie dit jaar op 5.4% (was 5.3% in maart), 3.0% in 2024 (van 2.9%) en 2.2% in 2025 (van 2.1%). De ECB verwacht echter dat vooral de onderliggende inflatie (zonder energie en voeding) langer hoog zal blijven dan aanvankelijk verwacht (2023: 5.1% van 4.6%, 2024: 3.0% van 2.5%, 2025: 2.3% i.p.v. 2.2%). Zowel de algemene als de kerninflatie blijven over de volledige horizon (aanzienlijk) boven de 2%-doestelling. De aanhoudend hoge kerninflatie is in belangrijke mate het resultaat van de onverwacht sterke arbeidsmarkt. De groeivooruitzichten voor dit en volgend jaar werden wel lichtjes neerwaarts bijgesteld tot respectievelijk 0.9% dit jaar (was 1.0%) en 1.5% (van 1.6%) volgend jaar.
ECB-voorzitster Lagarde herhaalde dat de ECB alles in het werk stelt om de inflatie tijdig terug naar 2% te brengen. In concreto betekent dit dat het eindpunt van de verhogingscyclus nog niet is bereikt. Zelfs een pauze zoals bij de Fed is op dit ogenblik absoluut niet aan de orde. De rente zal in juli zo goed als zeker zal opnieuw worden verhoogd. Aan het eind van de rentecyclus zal de rente ook voor een voldoende lange tijd restrictief moeten blijven de inflatie blijvend onder controle te brengen.
Naast de verkrapping door het gradueel verhogen van de rentes, dragen ook het terugbetalen van TLTRO-financiering door de banken en de afbouw van de APP-obligatieportefeuille bij tot een geschikte monetaire context. Wat APP betreft zullen vanaf begin juli geen obligaties op vervaldag meer worden geherinvesteerd. Tot eind deze maand werd dat programma afgebouwd a rato van €15 mld per maand. Obligaties uit PEPP, het programma dat werd opgestart om de gevolgen van de pandemie het hoofd te bieden, worden wel nog minstens tot eind 2024 geherinvesteerd en dit op een flexibele manier om eventuele scheeftrekkingen in het beleid naar verschillende lidstaten te voorkomen.
De nieuwe opwaartse herziening van de (kern)inflatie en het feit dat de ECB daardoor het beleid meer zal moeten verstrakken en langer op een hoog niveau zal moeten houden, duwde vooral de Duitse/Europese korte rentes hoger (2-j Duitsland +9 bpn). De stijging op langere looptijden blijft beperkt. De herprijzing van de verwachte piek in de ECB-beleidsrente is nog aan de gang, maar een verhoging van de depositorente tot minstens 4.0% wordt nu wel een zeer realistische optie. Ook de euro zet ondertussen zijn opmars voort. EUR/USD handelt ondertussen nabij 1.0875, te vergelijken met 1.0815 voor de beleidsbeslissing.