Zwitserse inflatie vertraagt tot 2.6% j/j
Zwitserse frank zet een stapje terug
Als het gaat over inflatie spreken we in Zwitserland nog steeds over een andere orde van grootte dan in de EMU of in de meeste andere ontwikkelde landen. Het jaar-op-jaar inflatiecijfer (nationale methode) bereikte er een top van 3.5% in augustus vorig jaar. Prijsstijgingen hadden daarmee duidelijk post gevat boven de doelzone van de Zwitserse centrale bank (SNB) die een inflatie nastreeft beneden 2% (maar geen negatieve inflatie wil). De neerwaartse trend van de voorbije maanden zette zich ook in april door. Op maandbasis bleef het prijsniveau onveranderd. Prijsstijgingen voor vliegtuigtickets en reizen, kleding en schoenen werden geneutraliseerd door prijsdalingen voor hotels, groenten en huisbrandolie. Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar lag het prijsniveau 2.6% hoger (was 2.9% in maart). De markt rekende op een beperktere afkoeling tot 2.8%. De kerninflatie blijft stabiel op 2.2% j/j (2.3%) verwacht.
De SNB is meestal eerder karig met commentaren over haar beleid. Toch gaven een aantal SNB-gouverneurs recent aan dat de huidige beleidsrente inflatie over de beleidshorizon maar juist richting de 2% top van de doelzone brengt. Dit suggereert dat een bijkomende (laatste?) verhoging met 25 bpn eind juni een meer dan reële optie is/was. Eind maart verhoogde ze de beleidsrente nog van 1% tot 1.5%. De Zwitserse geldmarktrentes dalen vanmorgen na de cijfers marginaal (3-4 bpn). Ook de Zwitserse frank verzwakt van EUR/CHF 0.976 tot 0.984. Toch zijn we er niet van overtuigd dat het huidige cijfer al voldoende is om verdere SNB actie op 22 juni af te blazen. De SNB vergadert slechts een keer per kwartaal. Tot nader bericht evolueert de EUR/CHF-combinatie in een nauwe band tussen 0.97 en 1.01. De SNB is geen vragende partij om de munt buiten deze band te laten verzwakken en kan hem nog steeds ondersteunen met wisselkoersinterventies zoals aangegeven in de beleidsverklaring van eind maart.