Eerste Europese landeninflatiecijfers zijn binnen
Markten kloppen af op renteverhoging met 25 bpn
De Belgische inflatie, opgemeten volgens de nationale regels, koelde in april verder af van 6.67% tot 5.60%, leerden we gisteren. Maar ook de onderliggende reeks (ex. voeding en energie) zette voor het eerst sinds september 2021 een stapje terug, van 8.57% tot 8.28%. Vandaag publiceerden nog een aantal andere Europese landen de nationale dan wel volgens de Europese regels (HICP) opgestelde inflatie voor de afgelopen maand. Voor de duidelijkheid: tenzij anders vermeld, gaat het hier telkens over de HICP.
Frankrijk beet vanmorgen de spits af. Het land overtrof de verwachtingen en dat maakte het meteen ook de uitzondering op de rest: inflatie versnelde van 6.7% tot 6.9% (vs. onveranderd verwacht) op een stevige maandtred van 0.7%. De rentes veerden heel even op maar maakten kort daarna weer even snel rechtsomkeer nadat Spanje aan de beurt kwam. Voor het Zuiderse land werd een versnelling van de inflatie met een vol procentpunt tot 4.1% verwacht. Het werd uiteindelijk “slechts” 3.8%. Bovendien vertraagde de kerninflatie (volgens de nationale regels) van 7.5% tot 6.6%. In tegenstelling tot België zette Spaanse kerninflatie recent wel al eens een stapje terug, meer bepaald in september vorig jaar. Maar de daling toen bleef beperkt tot 0.2 procentpunt. We verpozen nog even op het Iberisch schiereiland en gaan naar Portugal. Daar ging het van 8% tot 6.9%. Zwaargewicht Duitsland tot slot haalde de lat van 7.8% niet (onveranderd t.o.v. maart); het werd 7.6%.
Het pakketje inflatiemissers zet de toon op de markt. Duitse rentes verliezen tussen 10 en 12.5 bpn over de volledige curve, ook al bevinden de cijfers zich in de meeste gevallen mijlenver boven de 2%-doelstelling en blijft de onderliggende maanddynamiek erg stevig. De Europese geldmarkt gaat nog steeds uit van een ECB-renteverhoging volgende week maar houdt nog maar amper rekening met een zet van 50 bpn. EUR/USD verliest momenteel het 1.10-niveau. Het muntenpaar was op weg naar de onderkant van het opwaarts handelskanaal maar een echte test bleef uit. Volgende week dinsdag wordt het inflatiecijfer voor de volledige eurozone gepubliceerd. De door de financiële media gepolste analisten verwachten een lichte versnelling van 6.9% tot 7%. Na de data van vandaag liggen de risico’s voor het algemene cijfer vooral aan de benedenkant. Maar vooral kerninflatie is van tel voor de ECB. Die wordt op 5.7% verwacht, een evenaring van het record in maart. Samen met de inflatiecijfers publiceert de ECB haar kwartaalbevraging bij de Europese kredietverstrekkers. Die input legt de uiteindelijke beslissing, 25 dan wel 50 bpn renteverhoging volgende week donderdag, in een definitieve plooi.