Norges Bank trekt rente met 25 bpn op tot 3% …
… en stelt meer in het vooruitzicht
De Norges Bank (NB) boog zich vanmorgen kort na zijn Zwitserse collega (zie apart bericht) over het monetair beleid. In gekende droge maar heldere stijl deelt de Norges Bank mee dat inflatie ver boven de doelstelling blijft. De economie vertraagt maar minder dan aanvankelijk gevreesd. Daardoor houdt ook de Noorse arbeidsmarkt beter stand dan verwacht. In de nieuwe vooruitzichten trekt de centrale bank de verwachte inflatie over de volledige horizon met enkele basispunten op. Voor 2023 komt de favoriete inflatiemaatstaf uit op 5.6% (+0.4 ppt), voor 2024 is dat 3.8% (+0.2 ppt) en voor 2025 2.9% (+0.2 ppt). Het schat de economische groei voor dit jaar aanzienlijk beter in: het gaat van een -0.2% contractie verwacht in december naar 1.1% expansie. Voor 2024 en 2025 rekent de centrale bank op een groei met respectievelijk 0.5% en 1.1%.
Zonder veel poespas verhoogt de Norges Bank daarom de rente met 25 bpn tot 3% en trekt ze het verwachte rentepad met 50 bpn op. Waar in december de huidige 3% nog de eindhalte was, is dat nu 3.5%, vermoedelijk via twee opeenvolgende renteverhogingen van 25 bpn in mei en juni. De daaraan verbonden risico’s zijn tweeledig. Hoger en/of lager dan verwachte werkloosheidsgraad resp. inflatie zouden pleiten voor een iets lagere beleidsrente. De andere kant van de balans is interessanter. Behalve een nog sterker dan verwachte Noorse economie, neemt de NB ook de munt als risicofactor op. Ze volgt daarmee het voorbeeld van de Zweedse buur. De Riksbank brak vorige maand in een uiterst zeldzame bocht expliciet een lans brak voor een sterkere munt.
Het brokkenparcours van de Noorse kroon is inderdaad opvallend. EUR/NOK flirtte recent met 11.50. Abstractie gemaakt van de bijzonder volatiele (en illiquide) periode kort na de uitbraak van de pandemie, was dat het zwakste (voor de NOK) niveau ooit. Vandaag herstelt de Noorse munt ietwat tot EUR/NOK 11.28. Maar of dat de inflatoire druk van de ketel haalt is zeer de vraag. Met de verbale interventie legde de Norges Bank waarschijnlijk wel een bodem onder de NOK. Op voorwaarde dat de algemene context niet aanzienlijk verslechtert, heeft de kroon op korte termijn mogelijk zicht op wat herstel. EUR/NOK 11 geldt hierbij als een eerste weerstand, gevolgd door 10.82.