ECB schakelt terug naar 50 bpn verhoging, maar er zit nog heel wat in de pijplijn.
Afbouw obligatieportefeuille start in maart 2023
In navolging van de Fed gisteren en de Bank of England eerder op de dag schakelde ook de ECB terug van verhogingen met 75 bpn tot nu 50 bpn. De leidinggevende depositorente wordt opgetrokken van 1.5% tot 2.0%. De rente blijft het belangrijkste instrument om de inflatie terug richting de 2.0% doelstelling te brengen. Toch start de ECB vanaf maart met een geleidelijke, voorspelbare afbouw (niet herinvesteren) van de APP obligatie portefeuille a rato van €15 mld per maand. Daarnaast neemt de bank ook de impact van de terugbetaling van de TLTRO liquidteit in rekening om de totale monetaire condities te beoordelen. Obligaties uit de PEPP portefeulle die op vervaldag komen, worden wel tot minstens eind 2024 geherinvesteerd op een manier die bijdraagt tot een een globaal evenwichtige implementatie van het monetair beleid.
Wat het toekomstig rentepad betreft is de ECB opvallend stellig dat de rente nog aanzienlijk verder moet worden verhoogd om het beleid voldoende restrctief te maken zodat de vraag wordt getemperd en vermeden wordt dat de inflatieverwachtingen zich op een te hoog niveau vastzetten. Tijdens de persconferentie was ECB-voorzitster Lagarde opvallend concreet dat nog meerdere verhogingen van 50 bpn kunnen volgen.
De noodzaak voor aanzienlijk hogere rentes wordt ook verantwoord/ondersteund door de nieuwe economische prognoses. Die voor inflatie werden eens te meer aanzienlijk opwaarts bijgesteld. De ECB gaat er zelfs vanuit dat inflatie aanzienlijk boven de 2% doelstelling zal blijven over de gehele beleidshorizon (gimiddeld 8.4% in 2022, 6.3% in 2023, 3.4% in 2024 en nog steeds 2.3% in 2025). De groei werd dan weer neerwaarts bijgesteld. Een recessie is mogelijk op korte termijn maar de ECB karakteriseert die nog steeds als eerder gematigd. Op jaarbasis ziet de ECB 3.4% groei dit jaar, 0.5% in 2023, 1.9% in 2024 en 1.8% in 2025.
De ‘guidance’ in verband met een aanzienlijk hogere rente gecombineerd met de start van QT (afbouw van de obligatieportefeuille) stuurt de Duitse rentes 25 bp hoger voor de 2-j rente, 15 bpn voor de 10-j en 8 bpn hoger voor het ultra-lange eind van de curve (30-j), met de ondertussen gekende verdere invertering van de curve. De euro verloor aanvankelijk terrein in de aanloop naar de beslissing, maar werd boven EUR/USD 1.07 gecatapulteerd toen Lagarde meerdere verhogingen met 50 bpn in het vooruitzicht stelde. De Europese beurzen kreunen wel onder het rentegeweld. De EurStoxx 50 verliest naar het einde van de persconferentie +/-2.75%.