Amerikaans arbeidsmarktrapport met gemak over de lat
Powell ziet zijn analyse bevestigd
De Amerikaanse jobmotor blijft lekker op toerental. In oktober kwamen er opnieuw 261k jobs bij. Dat is meer dan de kleine 200k verwacht. Bovendien werd het cijfer voor september met ongeveer 50k opwaarts bijgesteld tot 315k. De dienstensector trekt nog altijd de kar met de grootste jobcreatie in onderwijs & gezondheid (79k), de vrijetijdssector (35k) en professionele dienstverlening (39k). De lonen stegen met 0,4% op maandbasis, een lichte versnelling t.o.v. september. Jaar-op-jaar koelde het cijfer af van 5% naar 4,7%. Als vuistregel geldt dat de lonen met niet meer dan 3% mogen stijgen om inflatie kortbij de 2%-doelstelling te houden. Daar zijn we dus nog lang niet. Opvallend: ondanks de jobcreatie én een terugval in de participatiegraad van 62,3% naar 62,2%, steeg de werkloosheidsgraad van 3,5% tot 3,7%. De statistische basis van de werkloosheidsgraad, de zogenaamde household survey, verschilt echter van die voor de “officiële” tewerkstellingsgroei. En volgens die bevraging was er in september geen jobcreatie maar een stevige terugval van 328k. Dat maakt de interpretatie van de cijfers er natuurlijk niet makkelijker op. Dat verklaart mogelijk ook de volatiele marktreactie waarin (geldmarkt)rentes en de dollar aanvankelijk hoger schoten maar kort daarna opnieuw de andere kant uitgingen. Amerikaanse rentes handelen momenteel per saldo enkele bpn lager terwijl EUR/USD het 0,99 niveau nadert. De algemene conclusie is evenwel dat de arbeidsmarkt voorlopig uiterst krap blijft zonder duidelijke signalen van een nakende trendomkeer. De cijfers vandaag geven al meteen kleur aan Fed-voorzitter Powell’s woorden van afgelopen woensdag waarin hij de arbeidsmarkt als “uit evenwicht” omschreef. Verdere monetaire verstrakking is m.a.w. noodzakelijk met een beleidsrente – naar ons bescheiden mening – die een eind boven 5% thuishoort.