Activiteit in Amerikaanse verwerkende nijverheid vertraagt.
Rentes corrigeren, maar hoe ver?
Aan de start van het nieuwe kwartaal ging het er gisteren iets gemoedelijker aan toe op de rentemarkten. Na de forse opwaartse rentetrend met meerjarige rentetoppen in onder meer de VS en Europa, sluimert stilaan de vraag hoe snel en hoe ver de centrale banken nog moeten gaan om de inflatie op termijn onder controle te krijgen. De rentes corrigeerden gisteren in Europa al wat en die beweging verstelde na de publicatie van het ISM-vertrouwen uit de verwerkende nijverheid in de VS. De algemene index daalde forser dan verwacht van 52.8 tot 50.9, nog maar juist boven het niveau van 50 dat de grens aangeeft tussen groei en contractie. Bovendien wijzen ook een aantal deelreeksen (af te werken orders 50.9; nieuwe orders 47.1; tewerkstelling 48.7) op een vertraging of zelfs op een milde contractie. De prijzen blijven stijgen maar minder scherp dan voorheen.
De Fed gaf recent duidelijk aan de vraag in de economie te willen temperen om zo de inflatie onder controle te krijgen. Het ISM-rapport van gisteren suggereert dat ze mogelijk geleidelijk in haar opzet begint te slagen. Dit is uiteraard maar één indicator. Later deze week volgen nog belangrijke cijfers uit de dienstensector en de arbeidsmarkt. Bovendien blijft de vraag of en hoe snel dit zich vertaalt in een blijvend afnemende prijsdruk. Recent commentaren van belangrijke Fed-gouverneurs (o.a. Williams van de New York Fed) geven aan dat een meerderheid binnen de Fed vindt dat dit punt waarschijnlijk nog niet is bereikt. Hoe dan ook, voor de markt was het rapport een voldoende reden om posities bij te sturen na de recent forse rentestijging. De rentes in de VS daalden tot 21 bpn (5-j). De Europese rentes volgden (EMU 5-j swap -19 bpn). De correctie wordt vanmorgen nog verder gevoed nadat de Reserve bank of Australia de rente met slechts 25 bpn verhoogde, waar het merendeel van de markt 50 bpn verwachtte. Zo heeft de 10-j EMU swaprente nu opnieuw duidelijk beneden de kaap van 3.0% postgevat (2.89%).
Tot nader bericht zien we die beweging nog steeds als een correctie na de forse opwaartse beweging van de voorbije twee maanden. Die kan nog even verder gaan, bijvoorbeeld in geval van minder uitbundige arbeidsmarktdata in de VS later deze week. Toch is het te vroeg om uit te gaan van een trendomkeer. Het zal tijd vragen om vooral de Fed te overtuigen dat de inflatie echt terug op weg is richting 2.0%. Ondertussen verdisconteert de markt opnieuw aanzienlijk minder renteverhoging dan wat de Fed aangaf in haar voorspelling van september (dots). De markt ziet de beleidsrente (nu 3/3.25%) op 4/4.25% eind dit jaar en op 4% eind volgend jaar. De Fed stelde in de vooruitzichten minder dan twee weken geleden nog respectievelijk 4.4% en 4.6% voorop. Ook voor de EMU heeft de markt de verwachte top teruggeschroefd van boven 3% vorige week tot ongeveer 2.75% nu. Vraag is of de centrale banken nu al in zo’n scenario kunnen meestappen, bijvoorbeeld met een Europese inflatie van 10% en een kerninflatie in de VS nauwelijks tekenen van afkoeling toont. Groei en tewerkstelling zijn niet onbelangrijk, maar de prioriteit van de centrale banken blijft tot nader bericht bij inflatie. Voorlopig is de conclusie: correctie. Voor de EMU 10-j swap (nu 2.77%) is de zone 2.70% een eerste belangrijk steunniveau. Voor de 10-j VS ligt een vergelijkbare referentie nabij 3.50% (zie grafiek).