Riksbank trekt rente met 50 bpn op
Kroon reageert stoïcijns
De Zweedse Riksbank versnelt zoals verwacht het normalisatietempo en verhoogde vanmorgen de beleidsrente met 50 bpn tot 0,75%. Ze volgt daarmee het voorbeeld van de Noorse buur exact één week geleden.
Zweedse inflatie loopt sneller op dan verwacht. In de mei kwam het algemene cijfer uit op 7,3% j/j met een verschroeiende maanddynamiek van 1%. Inflatie gemeten met een vaste hypotheekrente – CPIF, de favoriete graadmeter van de Riksbank – versnelde tot 7,2%. De onderliggende prijsdruk (CPIF exclusief energie) oogt met 5,4% niet veel beter. Elke maatstaf steeg de afgelopen maanden stevig boven de 2%-doelstelling uit. De Riksbank verwacht zeker op korte termijn weinig beterschap. Inflatie blijft waarschijnlijk nog de rest van het jaar aan een tempo van 7%+ stijgen. De Riksbank stelt vast dat die aanhoudend hoge inflatie de prijszetting van bedrijven affecteert. Zij rekenen de opgelopen kosten zonder grote problemen en in hoge mate door aan de eindconsument. Dat kan omwille van de nog steeds sterke vraag.
De harnekkige inflatie blijkt ook uit de nieuwe voorspellingen. Voor dit jaar rekent de Zweedse centrale bank op 6,9% (CPIF). Volgend jaar volgt hopelijk een afkoeling tot 4,2% om in 2024 terug de 2%-doelstelling te behalen. Dat gebeurt niet zomaar. De Riksbank zal daarvoor de beleidsrente verder (moeten) verhogen. Ze verwacht dat die bij de start van volgend jaar dichtbij 2% zal zijn. Dat is een pak vroeger dan in april gedacht en impliceert voor dit jaar nog twee renteverhogingen van minimaal 50 bpn op elk van de nog resterende beleidsvergaderingen. Ze blijft wel van mening dat dit niveau volstaat om inflatie terug te dringen. Stockholm steekt ook een tandje bij in de balansafbouw. In april zou ze het tempo van de herinvesteringen vanaf de tweede jaarhelft halveren tot SEK 37 miljard. Dat bedrag kapt ze nog eens in twee nog voor het van kracht is, tot SEK 18,5 miljard. De economische nevenschade zal omwille het versneld normalisatietraject groter zijn. Groei dit en volgend jaar komt naar schatting uit op 1,8% en 0,7% respectievelijk tegenover 2,8% en 1,4% voorspeld in april. De prognoses voor 2024 en 2025 bleven min of meer onveranderd (1,3% en 1,8%).
Overal ter wereld schakelen centrale banken een versnelling hoger, zelfs de ECB. De markt ging er vanuit dat de Riksbank niet aan die trend zou ontsnappen. Het is in de huidige context simpelweg geen optie. De Zweedse kroon reageert stoïcijns op de beleidsbeslissing. EUR/SEK handelt stabiel nabij 10,68. De onzekere (groei)context en de aan de Riksbank gelijkaardige beleidsintenties van de ECB maken volgehouden SEK-winsten steeds minder evident. Dat is des te meer zo eens het economisch echt begint te haperen. De niet zo orthodoxe geschiedenis van de Riksbank zaait dan misschien snel wat twijfel in de markt. Een eerste weerstand voor de kroon situeert zich nabij 10,50 (38,2% tegenbeweging op de nov ’21 – maart ’22 EUR/SEK-stijging), gevolgd door de zone net beneden 10,40.