Yen op laagste niveau tegen de dollar in meer dan 20 jaar.
BOJ voorzitter Kuroda ziet (voorlopig) geen reden om van koers te veranderen
Vorige maand kreeg de yen even respijt. De rente-opmars in de VS en andere ontwikkelde economieën was even aan een adempauze toe. Sommige (Amerikaanse) data waren iets minder uitbundig. Markten keken even uit of een eventuele groeivertraging een voldoende reden kon zijn voor de Fed om later dit jaar naar een lagere versnelling te schakelen. Tegelijk woog die groei-onzekerheid ook op het algemeen risicosentiment. Het zag er even naar uit dat de traditionele rol van de yen als veilige haven toch niet helemaal was uitgespeeld.
Ondertussen zijn de dominosteentjes opnieuw helemaal in de andere richting gevallen. Het rentenadeel voor de yen loopt in sneltreinvaart op. De risk-off is (voorlopig) ook wat bekoeld. Zoals de kaarten nu liggen zal de Fed het tempo van 50 bpn renteverhogingen ook na juni/juli (moeten) aanhouden en steeds meer andere centrale banken volgen de frontloading strategie (Bank of Canada vorige week, Reserve Bank of Australia vanmorgen). De markt houdt er zelfs steeds meer rekening mee dat de torenhoge inflatie ook de ECB zal dwingen om grotere stappen dan 25 bpn te nemen. Nu zelfs de Zwitserse centrale bank aangeeft dat ze mogelijk zal moeten optreden, is de BOJ letterlijk de ‘last man standing’ uit het grote peloton centrale banken die eerder dit jaar volhielden dat de inflatie tijdelijk was of veroorzaakt door factoren buiten hun actieradius. Ook in Japan steeg de inflatie (uitgezonderd) voeding in april tot 2.1% J/J. De kerninflatie die ook energie uitsluit, klokte af op 0.8% J/J (van -0.7% in maart). De BOJ houdt wel vast aan haar mantra dat het te vroeg is om het soepel monetair beleid af te bouwen. De vraag kan nog steeds steun gebruiken en de loongroei blijft te laag om de inflatie blijvend naar de 2%-doelstelling te brengen. Om die visie kracht bij te zetten gaf de BOJ aan dat ze onbeperkt obligaties zal blijven kopen om de 10-j rente beneden de grens van 0.25% te houden terwijl de meeste andere centrale banken de netto-aankopen stoppen of zelfs liquiditeit uit de markt halen. Sinds een tiental dagen is de yen opnieuw in vrije val. USD/JPY test ondertussen de kaap van 133, het hoogste niveau (zwakste niveau voor de yen) sinds maart 2002. 135.15 (top 2002) is de volgende referentie op de technische grafieken. Ook tegen de euro (EUR/JPY 141.81) die recent toch niet echt schitterde, brak de yen belangrijke technische niveaus (EUR/JPY 137.50 & 141.06). In deze combinatie is 149.78 (top 2014) de volgende technische referentie.
De waardevermindering van de munt zorgt ondertussen wel voor frictie tussen de BOJ en de regering, die uiteindelijk verantwoordelijk is voor de munt en beslist over eventuele interventies. Die regering ziet hoe de verzwakkende munt de koopkracht uitholt. Een zwakke munt verhoogt de factuur van ingevoerde grondstoffen en betekent een structureel welvaartsverlies voor de Japanse economie. Hoewel voorzitter Kuroda volhoudt dat een zwakke munt uiteindelijk de export en de groei ten goede komt, tekende Japan in april al voor de negende maand op rij een handelstekort op. Het Japanse Ministerie van Financiën herhaalde vanmorgen dat het de wisselkoers en de gevolgen voor de economie scherp in het oog houdt. De markt is niet onder de indruk. Zolang eventuele interventies niet samengaan met een wijzingen in het BOJ beleid, blijft de yen waarschijnlijk in het defensief, zeker als andere centrale banken hun anti-inflatiecampagne kracht bijzetten. Een nieuw signaal in die richting van de ECB donderdag kan de druk op de yen verder verhogen.