Beurzen nemen de fakkel over van de rentemarkt
Stagflatievrees domineert
Amerikaanse beurzen sloten gisteren opnieuw 2% (Dow) tot 4.3% (Nasdaq) lager. De toonaangevende S&P 500 sloot voor het eerst sinds maart 2021 beneden de grens van het 4000-niveau en noteert ondertussen zo’n 17% onder de absolute recordkoers van begin dit jaar (4818).Vanuit technisch oogpunt komt de eerste echte reddingsboei rond 3815 (38% correctie op post-Covidrally). Iets lager (3658) ligt het laatste target van de technische head-and-shouldersformatie met neklijn op 4238. De tech-gevoelige Nasdaq – primus inter pari tijdens de post-Covidrally – leidt/lijdt de troepen nu in de andere richting. Gelijkaardige steunniveaus vergeleken met de S&P sneuvelden al en zijn een slecht voorteken. De Europese verliezen liepen gisteren op tot bijna 3%. De EuroStoxx50 zakt in een rotvaart naar de dieptepunten van onmiddellijk na de Russische invasie in Oekraïne (3387).
De reden voor de nervositeit is duidelijk: er komt versneld een einde aan het uiterst gunstige monetaire klimaat. Centrale bankiers zetten op globaal niveau de zeilen bij om ontsporende inflatie omlaag te krijgen. Zowel via renteverhogingen als via het opslorpen van overvloedige liquiditeit. De twee aanbodschokken die verantwoordelijk zijn voor het inflatieprobleem blijven bovendien in het spel. Steeds strengere en langere Chinese lockdowns in centrumsteden rekken internationale productiekettingen. De aanhoudende oorlog in Oekraïne is kwelduivel voor energie- en voedselprijzen. Het meest verontrustende van de situatie is dat het inflatieprobleem vervelt in een groeiprobleem. De versmachtende prijsdruk holt het beschikbare inkomen van de consument uit (koopkrachtcrisis). Na de Covid-inhaalvraag volgt het grote niets. Bedrijven worden geconfronteerd met een stijgend kostenplaatje in combinatie met vraaguitval. Als de kosten niet meer kunnen worden doorgerekend, dreigt de werknemer de pineut te worden in het verhaal. We volgen de situatie op de arbeidsmarkt dan ook met argusogen. Omdat hogere inflatieverwachtingen deel beginnen uitmaken van het denkpatroon van gezinnen en bedrijven, kunnen centrale bankiers hun prille normalisatiecycli moeilijk stoppen om groei te vrijwaren. De uitkomst is dat gevreesde S-woord, stagflatie. Het monetaire beleidsrapport van de Bank of England gaf vorige week een akelige blauwdruk. De beurzen trekken aan de alarmbel en namen gisteren het commando over van de rentemarkten. Tot voor kort zorgden hogere rentes voor een sober risicoklimaat. Gisteren zorgde de valversnelling op de beurs voor lagere rentes en een steilere rentecurve. Een eerste teken dat voorlopig voldoende beleidsnormalisatie verdisconteerd is? Op de wisselmarkt verloor de dollar van zijn pluimen. Amerikaanse rentes daalden sterker dan de Europese. Bovendien vecht de greenback op handelsgewogen basis al een aantal dagen met weerstand op 103.82 (2017 top). De dollar slaagt er voorlopig niet in om een volgehouden breuk hoger te forceren.