Een historische, maar symbolische, verkiezingsoverwinning
Noord-Ierse protocol legt Stormont vleugellam
De Noord-Ierse parlementsverkiezingen leverden het voorbije weekend een bijzonder symbolische overwinning op. Het Iers Republikeinse Sinn Féin komt voor de allereerste keer als grootste partij uit de bus. Meer zelfs, het is een primeur dat de premiertitel NIET naar een VK-minnende Unionist gaat. Sinn Féin behaalt 29% van de stemmen en 27 zetels (onveranderd). Grootste rivaal DUP klopt af op 21.3% en 25 zetels (3 verlies) en levert de vicepremier die in se even veel te zeggen heeft als de premier zelf. Die “verplichte” verstandhouding is een gevolg van de Goede Vrijdag vredesakkoorden. De verkiezingsuitslag betekent niet dat we nu snel op weg zijn naar een verenigd Ierland. Londen zal haar zegen niet geven voor een Iers referendum, simpelweg omdat er geen meerderheid voor is. Enerzijds was de unionistische stem meer versplinterd dan anders. Anderzijds won Sinn Féin de verkiezingen door in te zetten op Noord-Ierse koopkracht, niet op een verenigd Ierland. Opvallend: de centrumpartij “Alliance” slaagt er in om haar voet te zetten tussen het jarenoude tweepartijensysteem (13.5%; 17 zetels (+9)). Een trend die de laatste jaren wel vaker terugkeert.
De kans dat binnenkort een nieuwe regering ingezworen wordt is echter klein. De DUP-partij weigert deelname zolang het Noord-Ierse protocol onder de huidige vorm blijft bestaan. Theresa May beloofde de DUP in ruil voor toen cruciale stemmen voor haar brexitakkoord dat het VK onscheidbaar is. Uiteindelijk kwam huidig premier Johnson op die belofte terug waardoor de Ierse zee fungeert als (douane)scheiding tussen het Britse vasteland en (Noord-)Ierland. Het VK dreigde er al mee om bepaalde delen van het brexitakkoord eenzijdig op te zeggen of te willen heronderhandelen – onder meer dat Noord-Ierse protocol – maar maakt er geen haast bij. Het gevolg is dat Noord-Ierland ondanks de historische Sinn Féin-overwinning, voorlopig bestuurd zal worden door een regering van lopende zaken. En zo blijft alles bij het oude.
De Britse markten reageerden niet op de stembusgang. Het Britse pond is nog steeds niet bekomen van de opdoffer van vorige week. Die kwam er na pessimistische groeivooruitzichten van een intern verdeelde Bank of England. EUR/GBP 0.86 (december 2020-top) is het volgende weerstandsniveau.