PMI-bedrijfsvertrouwen verrast positief in april
Details manen aan tot voorzichtigheid
De samengestelde Europese PMI-vertrouwensindicator steeg in april onverwacht van 54.9 tot 55.8, het hoogste niveau sinds september vorig jaar. De markt verwachtte een terugval tot 53.9. Details toonden een uitgesproken verschil tussen de exportgerichte verwerkende nijverheid en de binnenlandse diensteneconomie. In de verwerkende nijverheid kwamen de productie en de nieuwe bestellingen nagenoeg tot stilstand. De PMI daalde van 56.5 tot 55.3. Problemen met internationale toevoerkettingen worden nog uitvergroot door de Russische oorlog in Oekraïne en door lockdowns in China. Het oplopende kostenplaatje eist ook haar tol; zowel voor de producent als voor de consument. Het consumptiepatroon van die laatste groep verschoof in april duidelijk van goederen richting diensten. De diensten-PMI steeg onverwacht van 55.6 tot 57.7. De recreatie en toeristische sectoren profiteerden van een verdere heropening van het sociale en economische leven. Een index die peilt naar de striktheid van globale lockdownmaatregelen, daalde in april tot het laagste niveau sinds maart 2020. Tewerkstelling nam toe aan het snelste tempo sinds eind vorig jaar.
Ondanks het sterkere momentum in april blijven we voorzichtig wat de groei betreft. Het is duidelijk dat de verwerkende nijverheid naar groeivertraging overhelt. Naarmate de koopkrachtcrisis verder evolueert, dreigt hetzelfde effect voor de diensteneconomie. De maatstaf die peilt naar consumentenprijzen steeg opnieuw aan het snelste niveau ooit sinds de start van de PMI-enquête in 2005. Producentenprijzen zitten kort bij hun vorige piek. Behalve de usual suspects zoals hogere energie- en grondstoffenprijzen, verwijst IHS Markit hoofdeconoom Williamson ook naar stijgende lonen. Ondanks het fragiele economische plaatje (marginale verbetering in vooruitkijkende indicator na forse terugval sinds start van Russische invasie) verwacht hij dat het monetair beleid de volgende maanden zal normaliseren/verstrakken omwille van de ongeziene en niet-aflatende prijsdruk.
Europese rentes gaan op hun elan van gisteren voort. Aan het korte eind van de curve komen er nog eens 5 basispunten bij, ook al was ECB-topvrouw Lagarde gisteren minder uitgesproken dan sommige van haar collega’s wat betreft de timing van een eerste renteverhoging (juli). De euro betaalt daarvan opnieuw de tol, zeker tegen een sterke dollar. Het contrast tussen Fed-voorzitter Powell en Lagarde kon niet groter zijn in hun gezamenlijke IMF-paneldebat. EUR/USD zoekt opnieuw 1.08 op.