Catch 22 voor ECB
Markt concludeert voorlopig: uitstel, maar geen aftel
De Europese centrale bank (ECB) vergadert volgende week voor een tweede keer dit jaar. Op de eerste vergadering gaf ECB-topvrouw Lagarde voor het eerste opwaartse inflatierisico’s toe rond de voorspellingen van de centrale bank. Bovendien was Frankfurt unaniem verrast over opwaartse inflatieverrassingen in december en januari. De verbale bocht van Lagarde kreeg gevolg van verschillende andere ECB-kopstukken. De consensus luidt dat de ECB haar aankoopprogramma van activa vroeger dan tot nu toe aangegeven zal stopzetten, om de handen vrij te hebben om de beleidsrente dit jaar nog te verhogen – iets wat Lagarde op het vorige vragenuurtje met de pers niet langer uitsloot.
Morgen staan de inflatiecijfers van februari op de agenda. Nationale cijfers in Frankrijk (4.1% j/j), Spanje (7.5% j/j) , België (8.04% j/j), Italië (6.2% j/j) en zopas nog Duitsland (5.5% j/j) laten geen discussie mogelijk: Europese inflatie loopt nog verder (en sneller) op. De markt stelde haar verwachting ondertussen al bij naar een stijging van 5.1% j/j tot 5.6% j/j. Bovendien stijgen de energie- en grondstoffenprijzen ongemeen hard verder tijdens het geopolitieke conflict in Oekraïne. Ze stellen het tijdelijk hogere karakter verder in vraag en zullen de ECB aanzetten tot significante opwaartse herzieningen van haar inflatieprognoses. In december waren ze 3.2%-1.8%-1.8% voor de periode 2022-2024. Nu zal minstens ook de 2023-voorspelling boven de 2%-doelstelling uitstijgen. Het enige gepaste (monetaire) antwoord is overgaan tot een versnelde beleidsnormalisatie, de strategische bocht die vorige maand werd ingezet.
Tot eind vorige week bleef de markt overtuigd van die visie. Ze speelde in haar achterhoofd met positieve beleidsrentes. Gisteren en vandaag slaat de paniek voor het eerst echt over van de beurzen op de rentemarkten. De rentemarkt twijfelt aan de vastberadenheid van de ECB om in de huidige onzekerheid het officiële normalisatiesignaal te geven. Blijvend hoge inflatie vreet immers aan het beschikbare inkomen van de consument en zorgt voor(investerings)uitstelgedrag bij bedrijven die geconfronteerd worden met een grotere kostenmassa. De repercussies voor de groei zullen er zijn. En zo wordt de Catch-22 van de ECB nog groter: niets doen in het onzekere klimaat om op korte termijn de groei te krikken, met als risico dat inflatie(verwachtingen) niet meer onder controle geraken. Of toch doorzetten met de strategische beleidsbocht om inflatie in te tomen, met het risico om een extra laag onzekerheid toe te voegen in volatiele markttijden en de groei extra onder druk te zetten.
Tot eind vorige week hield de Europese geldmarkt rekening met positieve euriborrentes eind dit jaar. Op vandaag is de eind 2022 renteverwachting -0.15%. Ondanks de zeer ongelukkige timing van de cruciale ECB-vergadering, te midden van de oorlogsescalatie, gaat de markt dus nog steeds uit van normalisatie later dit jaar. De eind 2023-renteverwachting is nu 0.5% tov 0.75% eind vorige week. De houdbaarheidsdatum van geopolitieke thema’s voor financiële markten blijft doorgaans eerder kort, hoe erg de situatie ter plekke nu ook is. De boodschap luidt dus vooral uitstel (tot april of juni?) maar geen afstel om de inflatiestrijd aan te vatten. Europese swaprentes hielden tot vrijdag zeer goed stand, maar verliezen nu toch langzaamaan eerste kortetermijnsteunniveaus over de volledige curve (2j < 0.1%; 5j < 0.5%; 10j < 0.77%). EUR/USD handhaaft zich nog steeds boven de 1.1106/21-steunzone.