Powell neemt alle twijfels weg
Normalisatie start in maart
De Fed verhoogt in maart de beleidsrente voor de eerste keer sinds 2015. Daar liet voorzitter Powell tijdens de eerste Fed-vergadering en persconferentie van het jaar (gisteren) geen enkel twijfel meer over bestaan. De arbeidsmarkt is volgens verschillende maatstaven historisch krap en prijzen stijgen aan het snelste tempo in 40 (!) jaar. De inflatie is zo hoog dat het (meer dan) de nochtans erg stevige loongroei wegvreet. En volgens Powell zijn de risico’s voor inflatie nog steeds opwaarts georiënteerd. Hij verwees naar de impact van omikron/Covid op de al zwaar geteisterde aanvoerkettingen. Tijd voor actie, dus. Over het aantal en de frequentie van de renteverhogingen bleef Powell op de vlakte. Dat moet nog besproken worden. Hij sloot echter niet zonder meer uit dat de Fed tijdens opeenvolgende vergaderingen kan schakelen. Dit breekt met de traditie om enkel op kwartaalbijeenkomsten, gestaafd met nieuwe vooruitzichten, de rente op te trekken. Maar uitzonderlijke tijden vergen uitzonderlijke maatregelen: de economie en arbeidsmarkt zijn veel sterker en inflatie veel hoger dan tijdens de laatste monetaire verstrakkingscyclus in 2015. Het beleid kan niet anders dan die verschillen weerspiegelen, klonk het. Vanuit die optiek sprak Powell evenmin een renteverhoging van > 25 bpn formeel tegen. Zijn boodschap was klaar en helder en miste het effect op de Amerikaanse geldmarkt niet. Die verdisconteert nu een vierde renteverhoging in september vs. december voorheen én houdt zelfs rekening met een vijfde. Ze schuift zo meer op in de richting van ons scenario van minstens vier opeenvolgende renteverhogingen in maart, mei, juni en juli. Amerikaanse rentes met een looptijd van twee over drie tot vijf jaar spurten respectievelijk 17, 15 en 12 basispunten hoger. Ze zetten allen nieuwe cyclische toppen neer.
De stijging aan het lange eind liep op van 3 (30j.) tot 7 (10j.) bpn. Die iets beperktere toename volgt uit het feit dat Powell iets meer mist liet bestaan over de afbouw van de balans. Die komt er hoe dan ook; de Fed publiceerde zelfs al een aantal algemene richtlijnen. Maar de voorzitter liet zich niet uit over een specifieke timing en het precieze tempo. We gaan uit van een start in juni. Dit betekent dat de Fed simultaan de rente verhoogt en de balans inkrimpt. Een unicum in de geschiedenis van de Fed (en veel andere grote centrale banken). Maar uitzonderlijke tijden …
De andere markten reageerden zoals verwacht. Amerikaanse aandelen kelderen in de loop van de sessie meer dan 4% (Nasdaq). Per saldo sloten de belangrijkste beurzen stabiel (Nasdaq) tot 0,4% lager (DJI). De USD nam de leiding op de wisselmarkt, al kon het gegeven de scherpe rentebeweging gerust meer zijn. De handelsgewogen munt nadert de vorige cyclische toppen net beneden 97. EUR/USD tuimelde uit het opwaarts trendkanaal tot 1,124 en verliest tijdens de Aziatische handel verder. Vanuit technisch oogpunt lonkt het dieptepunt van november 2021 (1,1186).