Zuid-Amerika slaat aan het verstrakken
Argentinië en Peru bijten de spits af
Polen was eergisteren de eerste om de rente in 2022 voort op te trekken. Gisteren sloeg Zuid-Amerika aan het verstrakken. Argentinië bracht de Leliq-rente van 38% tot 40%, de eerste renteverhoging in een jaar. Het land zit in barslechte papieren, is politiek instabiel en hangt met de regelmaat van de klok aan een IMF-infuus, ook nu. De munt kent een eenrichtingsverkeer: sinds Argentinië de peg met de USD – op pariteit – in 2002 losliet, verstevigde USD/ARS (verzwakte de Argentijnse peso, dus) tot … boven 100. Inflatie liep onder meer door die structureel verzwakkende munt in november op tot maar liefst 51,2%. Het IMF drong al lang aan op een hogere beleidsrente om orde op zaken te stellen. Het instituut gooide Argentinië in 2018 een levenslijn van $57 miljard, onder meer op voorwaarde van ernstige monetaire verstrakking. Eigenlijk wilde het dat de rente werd opgetrokken tot een niveau hoger dan de inflatie, quod non. Een goede relatie is nochtans in het belang van Argentinië aangezien de 2018-reddingsboei in tranches wordt uitbetaald. Dat gebeurt natuurlijk in eerste instantie o.b.v. geloofwaardige economische en fiscale hervormingen. Maar een blijk van goede wil kan misschien voor een iets flexibelere houding van Washington zorgen. In elk geval is ook de markt weinig overtuigd van de actie gisteren. De Argentijnse peso zette gisteren en vandaag zijn verliesreeks onverminderd voort tot USD/ARS 103.23.
Peru zette vannacht door met de beleidsnormalisatie. De Banco Central de Reserva del Peru trok de rente met 50 bpn op tot 3%. Het zesde opstapje op rij brengt de rente op het hoogste niveau sinds begin 2018. De centrale bank sprak in het beleidscommuniqué niet langer van een nood voor een ondersteunend monetair beleid en hintte in plaats daarvan op meer renteverhogingen in de komende periode. Die zijn nodig als gevolg van de sterke economische heropleving, gepaard met oplopende inflatie. De maandelijkse activiteitindicator wees voor oktober (meest recente cijfer) op een groei van een naar historische normen stevige 4,6% j/j. Inflatie versnelde tot 6,43% j/j en ligt daardoor ver boven de 2%-doelstelling (met een tolerantiemarge van +/- 1 ppt). Voor de eerste marktreactie is het nog te vroeg; de Peruviaanse sol handelt nog niet. Vanuit een breder perspectief handelt de munt wel aan historisch zwakke niveaus. In oktober ging ze aan een diepterecord van USD/PEN 4,13 over de toonbank. Het beperkte herstel sindsdien tot USD/PEN 3,97 (sluiting gisteren) overtuigt niet.