Japanse economie krimpt meer dan verwacht
Markt verwacht verdere beleidsondersteuning
De economische activiteit in Japan kromp in het derde kwartaal forser dan verwacht. Na het herstel in het tweede kwartaal (+0.4% kw/kw) lag de activiteit in het derde kwartaal opnieuw 0.8% lager op kwartaalbasis. De ingrediënten van het verhaal klinken bekend. Beperkende maatregelen om het coronavirus onder controle te houden remmen consumptie af. Hogere energieprijzen wegen verder op de koopkracht en aanbodbeperkingen zorgen ervoor dat niet alle producten even vlot beschikbaar zijn. Die twee laatste factoren doen ook investeringen en activiteit in de huizensector de das om. De bijdrage van de netto export was nipt positief, maar omdat de import sneller daalde dan de export. Ook niet echt goed nieuws dus. Overheidsuitgaven was één van de weinige componenten die positief bijdroeg tot de groei. Voor het vierde kwartaal wordt een licht algemeen herstel verwacht. Eens te meer wordt in de richting van de overheid/het beleid gekeken. De Bank of Japan heeft al zowat alle middelen uit de kast gehaald. Daarom ligt de druk, ondanks de hoge overheidsschuld, eens te meer bij het fiscale beleid van de nieuwe regering van premier Kishida. Die wil een stevige inspanning doen. Een politiek van fiscale herverdeling moet de private consumptie ondersteunen via rechtstreekse inkomenstransfers, subsidies voor de binnenlandse reissector en hogere lonen in overheidssectoren. Het uitgebreide fiscale pakket wordt mogelijk later deze week al bekend gemaakt.
Zoals meestal had het BBP-rapport een beperkte impact op de markten. De Japanse beurs deed het relatief goed vergeleken met andere regionale markten. De hoop op bijkomende (fiscale en/of monetaire) stimulus is dikwijls/meestal een steun voor risicovolle activa. Een guller fiscaal beleid is in theorie goed voor de munt. Voor de yen blijft dat vooral theorie. JPY laat zich nog steeds vooral leiden door het algemeen risicosentiment en de bredere rentecontext buiten Japan. Vooral de hogere Amerikaanse kortetermijnrentes stuurden USD/JPY richting de technische zone 114.50/115.50 (zie grafiek). Ondanks de lage Amerikaanse reële rente behoudt de dollar het voordeel van de twijfel. Bij een breuk van USD/JPY boven 115.50, komt de top van begin 2017 (118.66) opnieuw op de radar.
De EUR/JPY combinatie toont wel een ander beeld. EUR/JPY daalde de voorbije maand van 133.50 tot 130. Dit vooral een uiting van een zwakke euro. De reële rente in de EMU is zo mogelijk nog lager dan in de VS en de wisselmarkt wacht nog steeds op een duidelijk signaal dat zelfs de ECB de inflatieopstoot eindelijk ernstig neemt. Tot nader bericht blijft de euro neerwaartse gericht. EUR/JPY 128.33/127.93 is de volgende belangrijke zone op de technische grafieken.