Amerikaans handelsbeleid de grens nabij?

Het stof dat de abrupte Duitse fiscale 180°-bocht gisteren deed oplaaien ging nog niet liggen. In eerste instantie op de lokale financiële markten. In één ruk beukte de tienjaarsrente door de (ondertussen voormalige) top van het lopende jaar (2.65%) en van 2024 (2.70%) & is ze op weg naar die van 2023 (3.02%). Maar ook andere Europese landen gaan vlot mee in het uitgaveverhaal. De Belgische tienjaarsrente breit nog eens 10 bpn aan de ruim 25 bpn van gisteren. Idem dito voor Frankrijk. Europese beurzen houden vast aan de mooie winsten van gisteren, met Duitsland (DAX +1%) in een voortrekkersrol. Het belang van het Duitse initiatief is moeilijk te overschatten. Het zet Europa weer op de kaart. Economisch, met een welkome fiscale injectie. Maar ook militair. Dat is nieuw voor de vanuit vredesoogpunt gestichte unie. Het schept potentieel voor de middellange termijn. De EU als machtsblok krijgt een tweede, eigenlijk onmisbare militaire poot om op te steunen. Geen enkele grote mogendheid die naam waardig teert enkel en alleen op een handelsreputatie, zelfs niet toen globalisatie tot enkele jaren geleden nog hoogtij vierde. De EU heeft ironisch genoeg de Verenigde Staten, en één man in het bijzonder te danken voor de nieuwe wind die over het continent waait. De isolationistische politiek van president Trump komt met neveneffecten waarvan het niet helemaal zeker is of die verwacht laat staan de bedoeling zijn.
Ook in eigen land is er steeds minder van het Trump-optimisme te merken. De rentes en de dollar staan onder druk. De voornaamste beursindices wisten zo goed als alle winst sinds de verkiezingen van 6 november uit en het consumentenvertrouwen kreeg een stevige knauw. Voor Trump staat het DOGE-departement en de onophoudelijke stroom aan presidentiële besluiten voor daadkracht. Voor bedrijven en consumenten werkt het veeleer verlammend. Het toont de grenzen aan van de eenmansshow die Trump sinds zijn inauguratie opvoert. Dat komt ook steeds duidelijker naar voor op vlak van het tariefbeleid. Zijn doel is duidelijk: de Amerikaanse maakindustrie nieuw leven inblazen, onder het mom van nationale veiligheid, illegale migratie of drugs. Sinds dinsdag heft de VS een 25% invoerheffing op producten afkomstig uit buurlanden Canada en Mexico. Maar nog geen dag later liet minister van handel Lutnick zich ontvallen dat er hier en daar wat uitzonderingen komen. Auto’s en auto-onderdelen worden minstens voor een maand ontzien. En volgens de minister van landbouw wordt er aan een gelijkaardige vrijstelling gewerkt voor bepaalde agrarische producten.
De VS en Trump worden geconfronteerd met een dubbele realiteit. Eerst en vooral zijn de geviseerde landen veel beter voorbereid dan in 2016-2020. Zo reageerde Canada al onmiddellijk met tegenmaatregelen. Mexico volgt op zondag. De boemerang vliegt meteen terug. Daarnaast verleggen productieketens zich niet zo vlot als Trump zou willen. Een nieuwe, binnenlandse faciliteit oprichten kost tijd. Tot dan maakt de plotsklaps fors duurder geworden import toch onderdeel uit van het eindproduct, willen of niet. En die opgelopen kostprijs rekenen Amerikaanse bedrijven door aan de eindklant, willen of niet. Autobouwers waarschuwden beleidsmakers dat het gaat over “duizenden” dollars. Niet op termijn, maar per direct.
S&P500 wist met een dubbeletopformatie de Trump-verkiezingswinsten uit
