Verraderlijke details in stabiele PMI

We worden op het eerste zicht niet veel wijzer van PMI-vertrouwensindicatoren voor de maand februari. Net als in januari wijst het overkoepelende cijfer (50.2) op marginale groei voor de eurozone als geheel. Het ritme in de dienstensector vertraagde tot het traagste tempo van de voorbije 3 maanden (50.7 van 51.3) terwijl de krimp in de verwerkende nijverheid een evenaring was van de kleinste sinds februari 2023. De malaise in die Europese exportgerichte maakindustrie (PMI <50) sleept ondertussen aan sinds juli 2022. Op landenniveau blijven Duitsland en deze maand vooral Frankrijk de zwaksten van de klas. Frans premier Bayrou slaagde er wel in een begroting voor dit jaar op te stellen en overleefde een aantal moties van wantrouwen, maar zonder parlementaire meerderheid boezemt dat niet het nodige vertrouwen in. Voor de stagnerende Duitse economie klaart de hemel na verkiezingsweekend hopelijk weer voorzichtig op.
Economische details blijven weinig overtuigend. Het aantal nieuwe bestellingen daalde voor de negende maand op rij en voor het eerst in drie maanden in zowel de verwerkende nijverheid als in de dienstensector. Er sneuvelden voor de zevende opeenvolgende maand jobs. Een lichte toename in de dienstensector slaagde er niet in om de scherpste ontslaggolf sinds 2020 in de maakindustrie te compenseren. Opnieuw vertekenen Duitsland en Frankrijk het beeld. In de rest van de eurozone steeg de tewerkstelling aan het snelste tempo sinds september. De toekomst (1 jaar vooruit) oogt volgens de ondervraagde aankoopdirecteurs opnieuw minder rooskleurig. De politieke onzekerheid kaartten we reeds aan. De andere bezorgdheid is… inflatie!
De prijscomponenten wezen op de snelst stijgende inputprijzen sinds april 2023. Vooral de dienstensector (lonen) speelt hier een trekkende rol, al neemt de stijgende dynamiek in de maakindustrie (grondstoffen, energie, etc) ook toe. ECB-bestuurslid Schnabel waarschuwde eerder deze week al voor de meerdere koppen van de inflatiedraak. Bedrijven vertalen die oplopende inputprijzen nog steeds in hogere eindprijzen voor de consument en gaan er vooral in de dienstensector vanuit dat die nog steeds met de spreekwoordelijke glimlach betaald worden. In de begeleidende verklaring verwezen de opstellers van de PMI-enquête ook naar het pauzevoorstel dat Schnabel na een ECB-renteknip in maart in het achterhoofd heeft.
De Europese rentemarkt schoot na de publicatie van de zwakke Franse PMI’s in een kramp, maar maakt intussen ongeveer de helft van die daling goed. Per saldo noteert het korte eind van de rentecurve zo’n 2 basispunten lager. De euro probeerde gisterenavond en vanochtend vroeg het 1.05-niveau te heroveren, maar komt van een kale reis terug (1.0470). EUR/GBP is nagenoeg onveranderd op 0.8275. Britse PMI’s toonden in februari een gemengd beeld: een stevigere contractie in de verwerkende nijverheid (46.4 van 48.3) lag in balans met sterkere groei in de belangrijkere dienstensector (51.1 van 50.8). Ook in het VK valt de verdere stijging van input- en outputprijzen op. Ze suggereren dat de inflatiestijging in januari tot 3% minder kortstondig zal zijn dan BoE-voorzitter Bailey bijvoorbeeld laat uitschijnen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
EUR/USD: euro probeert wel, maar een gebrek aan daadkracht
