RBNZ: van hakbijl naar scalpel

De Nieuw-Zeelandse centrale bank (RBNZ) zette vanmorgen het mes in de rente. In tegenstelling tot de grote Australische buur (gisteren) was dat niet de eerste keer. Van augustus van vorig jaar tot nu daalde de beleidsrente van 5.5% tot 3.75%. Maar na drie stevige sprongen van 50 basispunten, zo ook vanmorgen, is het stilaan tijd voor het fijnere werk.
In het nieuwe beleidsrapport stelt de RBNZ een rentepad van (gemiddeld) 3.2% voor het fiscaal jaar 2026 (april 2025 – maart 2026). In de praktijk stemt dat overeen met nog in totaal 50 basispunten aan rentevermindering. Volgens gouverneur Orr zal dat nog in twee stappen van 25 bpn gebeuren, op 9 april en op 28 mei. Dat expliciet engagement vloeit voort uit het vertrouwen in de evolutie van inflatie. Het algemeen prijspeil steeg afgelopen december met 2.2% op jaarbasis, pal in het midden van de 1-3% doelstelling. Op korte termijn versnelt inflatie waarschijnlijk tot 2.7% in 2025kw3. Die energie-gedreven opstoot brengt het grotere plaatje echter niet in gevaar. De terugkeer van kerninflatie verloopt iets moeizamer maar blijft niet zonder vooruitgang. De graadmeter die abstractie maakt voor onder meer voeding en energie bedraagt 3% en bevindt zich daarmee voor het eerst sinds 2021kw1 opnieuw binnen de toegestane marge van afwijking. Een maatstaf nauw verbonden met de binnenlandse dienstensector (en dus de arbeidsmarkt & loongroei) blijft op hoger dan normale niveaus (4.5%) maar daar maakt de centrale bank zich geen zorgen over. De momenteel relatief zwakke economie brengt dit gaandeweg wel opnieuw in balans. De groeivooruitzichten voor de komende twee jaar wijzigden overigens amper t.o.v. de inschattingen van november. Het verwachte herstel voor later dit jaar komt wel met de gebruikelijke voetnoot van onzekerheid, onder meer rond het (Amerikaans) handelsbeleid. Een kleine en open economie als de Nieuw-Zeelandse zal toegenomen handelsbarrières ongetwijfeld voelen. Toch is dat nog niet het basisscenario van de RBNZ.
De nieuwe rentevoorspellingen ogen op het eerste gezicht lager dan wat de RBNZ in de novembertabellen had staan. Het verschil zit hem uiteindelijk enkel in een concretere tijdsinvulling van de volgende renteverminderingen die nu iets sneller plaatsvinden. Het einddoel blijft grosso modo hetzelfde: dichtbij maar iets boven 3% vanaf fiscaal jaar 2026 tot en met 2028. Volgens gouverneur Orr ligt de neutrale evenwichtsrente tussen 2.5 en 3.5%. De RBNZ denkt dus niet aan een stimulerend beleid.
De beslissing vanmorgen was geen verrassing en houdt zowel de Nieuw-Zeelandse rentes als de dollar min of meer verankerd. De RBNZ nadert het einde van deze cyclus en de marktverwachtingen staan op punt. Daarmee sterkt de bodem onder de kiwi dollar steeds meer aan, in eerste instantie (en misschien zelfs vooral) tegen de Amerikaanse naamgenoot. Het tariefbeleid van Trump is een hoogst onzekere factor. Maar de NZD-prijsdynamiek van begin februari, toen Trump een eerste schot loste richting Canada, Mexico en China, suggereert dat de munt zich wel al aan een ander verwachtte. Het 2020-dieptepunt van NZD/NZD op 0.547 is sterke steun. We verwachten dat die standhoudt. Aan de bovenzijde vinden we na tussentijdse weerstand op 0.577 en 0.586 de eerste belangrijke referentie op 0.60.
NZD/USD: kiwi dollar kan leunen op sterke bodem van 0.547.
