NOK en SEK vechten terug

Er zijn recent twee ‘opvallende’ winnaars aan de rand van de eurozone: de Noorse en Zweedse kroon. Opvallend, omdat beide munten het sinds de globale beleidsnormalisatie moeilijk hadden. Ook opvallend omdat beide centrale banken zich het voorbije jaar tegengesteld positioneerden. De Riksbank (RB) was er als de kippen bij om het beleid minder strak te maken. De Norges Bank (NB) begon nog niet eens met renteverlagingen. Beide centrale banken kregen recent wel eenzelfde boodschap voor de voeten gegooid. Inflatie dreigt hoger te blijven dan gedacht. De markt hoopt dat de Riksbank en de Norges Bank daar naar handelen. Maar is dat zo en is het voldoende voor een blijvende comeback van de ‘kronen’?
Eerst Noorwegen. Na lang delibereren bereidt de NB de markt sinds het najaar voor op een iets minder restrictief beleid (rente 4.50% sinds eind 2023). Voorzichtig, omdat de Noorse groei goed stand hield en omdat inflatie slechts zeer geleidelijk afkoelt. In de laatste update (december) verwacht de NB inflatie (CPI-ATE ex belastingwijzigingen en energie) eind dit jaar op 2.7%. In 2027 haalt ze de 2%-doelstelling nog niet. Inflatiecijfers voor januari (gisteren) bevestigden dat de inflatieafkoeling over een hobbelig parcours verloopt. De CPI-ATE versnelde van 2.7% tot 2.8%. Degelijke groei en een ietwat hoge inflatie, dat kan nog een goed verhaal zijn voor de munt. De renteverlaging in maart is waarschijnlijk verworven, maar mogelijk is er slechts ruimte voor twee i.p.v. drie rentestapjes zoals de NB voor ogen had (3.75%). Kw4 BBP-cijfers vanmorgen compliceren echter de rechtlijnigheid van het verhaal. De activiteit kromp onverwacht (-0.6% kw/kw) en dat was niet enkel de ‘schuld’ van de volatiele olieactiviteiten (-1.0%). Ook binnenlandse activiteit kromp (-0.4%). Eén cijferreeks haalt de lang voorbereide strategie van de NB niet volledig onderuit. Toch hypothekeert de combinatie van een zwakkere binnenlandse groei met blijvend hoge inflatie het perspectief voor een volgehouden herstel van de NOK. Naast het binnenlandse verhaal (en de capriolen in de olieprijs), blijft een kleine, minder liquide munt gevoelig voor het algemene sentiment/volatiliteit.
Tot op heden blijft de reactie op een mogelijke handelsoorlog eerder stoïcijns. De kruik gaat natuurlijk zolang te water tot ze barst. Het dag-aan-dagmomentum voor de kroon is/was constructief en ook na het zwakke BBP blijft de schade relatief beperkt. EUR/NOK nadert een eerste steun (weerstand voor de kroon) nabij 11.52. Een breuk opent in principe de weg richting de bodem van het LT zijwaarts kanaal EUR/NOK 12.13/11.10, met 11.26 als eerstvolgende steun. Zowel de recent verdeelde cijfers als de globale (handels)onzekerheid nopen tot voorzichtigheid om nu al op een blijvend NOK-herstel vooruit te lopen.
Ondanks de verschillende aanpak van de Riksbank gaat het verhaal van de SEK in eenzelfde richting. De RB gaf aan dat de rente ondertussen ver genoeg is verlaagd (van 4% tot 2.25%). Ze kreeg vorige week ’gelijk’ van fors hoger dan verwachte inflatiecijfers (algemeen 2.2% j/j van 1.5%, kern 2.7% van 2%) en hoopt dat de doorgevoerde versoepeling zich zal vertalen in betere groei. Recente data waren eerder verdeeld. Het herstel van de SEK is ook al iets verder gevorderd dan dat van de NOK. Zeker als de ECB na maart het beleid minder versoepelt dan tot nu verwacht, kan (nog meer) duidelijk worden dat de RB toch al een stevig voorschot nam. EUR/SEK 11.25 is een eerste belangrijke steun binnen de brede handelsband EUR/SEK 11.80/11.
EUR/NOK (rood) & EUR/SEK (blauw): opvallende Scandinavische comeback
