Europese woningmarkt koelt niet langer af

Eurostat publiceerde eind vorige week geharmoniseerde woningprijscijfers voor het derde kwartaal van 2024. In de EU als geheel stegen de prijzen dat kwartaal met 1,4% tegenover het vorige. Het cijfer lag iets onder het stijgingstempo in het tweede kwartaal (+1,9%) maar was wel hoger dan dat in het eerste (+0,6%). Tegenover hetzelfde kwartaal een jaar eerder lagen de prijzen in de EU in Q3 2024 3,8% hoger, wat een versnelling is van de jaarstijgingsdynamiek in vergelijking met Q2 2024 (+3%) en Q1 2024 (+1,5%). Net als in Q2 2024 waren er in Q3 2024 nog twee landen met een prijsdaling tegenover het vorige kwartaal. Op de piek in Q4 2022 waren dat er zestien. In Q3 2024 betroffen het Estland en Finland, met een kwartaaldaling die wel beperkt bleef tot 0,5%. Aan het andere uiteinde waren er in Q3, net als in Q2, opnieuw heel wat landen met een stevige prijsstijging. In zeven landen bedroeg die bijna of meer dan 3%.
Positief is dat landen die de afgelopen twee jaar met een sterke correctie hadden af te rekenen de woningprijzen in Q3 verder zagen stijgen, na ook al een eerste stijging in Q2. Het betreft Luxemburg (+0,2%), Duitsland (+0,3%), Zweden (+0,7%) en Oostenrijk (+0,6%). Een uitzondering hierop is Finland: na een lichte stijging in Q2 vielen de prijzen er in Q3 weer terug (-0,6%). Frankrijk, waar de prijzen de voorbije jaren ook behoorlijk waren teruggevallen, kende in Q2 nog een prijsdaling (-0,2%), maar niet meer in Q3 (+1,5%). Hoewel dit niet even sterk geldt voor alle individuele landen, wijzen de nieuwe Q3-cijfers er globaal genomen op dat de Europese woningmarkt de afkoeling achter zich heeft gelaten.
Die afkoeling deed zich voor sinds Q3 2022 en impliceerde voor de EU als geheel een al bij al slechts geringe prijscorrectie. Sommige landen kenden de voorbije jaren zelfs geen enkel negatief kwartaalcijfer. Dat zijn Kroatië, Portugal, Griekenland, Malta, Bulgarije, Litouwen en Slovenië. Net als in de meeste EU-landen was Q3 2022 ook in België een kantelpunt in de woningprijsdynamiek. In vergelijking met de hele EU was de afkoeling in België iets milder. De herneming van de prijsstijging na enkele kwartalen van lichte daling volgde in België iets vroeger dan in de EU, namelijk vanaf Q3 2023. In de eerste helft van 2024 was die terug iets zwakker, maar in Q3 2024 trok zij verder aan.
Het almaar betere beeld voor de EU-woningmarkt komt ook naar voren wanneer we kijken naar de jaarwijziging van de woningprijzen. Die is veel minder volatiel dan de kwartaalwijziging en geeft aldus een beter beeld inzake de aan de gang zijnde prijsdynamiek. Het aantal EU-lidstaten met een jaarprijsdaling is verder afgenomen in Q3 2024 tot nog maar vier, waarvan geen enkel land meer met een prijsdaling van meer dan 5%. Ook meer landen (intussen zestien) kenden in Q3 2024 een jaarprijsstijging van meer dan 5%. In sommige daarvan, die geen afkoeling hebben gekend, was de prijsstijging de voorbije jaren zo sterk dat er mogelijk sprake is van een overdrijving. Vooral in Bulgarije en Polen, waar de prijsstijging ook in Q3 nog sterk bleef, is dat risico aanwezig.
Johan Van Gompel, Senior Economist KBC Groep
Wijziging woningprijzen in EU27 (in % t.o.v. voorgaand kwartaal, geharmoniseerde index)
