Een nieuwe stap of meer van hetzelfde?

Met uiteraard de nodige mediadramatiek zette de Trump-administratie gisteren een nieuwe stap in wat het noodzakelijk acht om het onevenwicht van onverantwoorde handelstekorten recht te trekken. 14 landen kregen bieven met nieuwe wederkerige tarieven. Die worden op 1 augustus van kracht. De marktreactie gisteren in de VS was kalm en ordelijk. De ruimte om verder te onderhandelen geeft blijkbaar hoop. Tegelijk bestendigt de verlengde deadline de onzekerheid. In dat opzicht is de ordelijke reactie misschien ook uiting van agnosticisme. Het blijft moeilijk anticiperen op onverwachte ‘plotwendingen’.
Eerst enkele hoofdlijnen. De tarieven voor de 14 landen variëren van 25% voor Tunesië, Malaysia en Kazakstan over 30% voor Zuid-Afrika tot 40% voor Laos en Myanmar. Die tarieven gaan in principe in op 1 augustus, al wil Trump de zaak nog bekijken als landen met betere voorstellen komen. Onderhandelingstactiek. De deadline werd overigens verlengd voor alle wederkerige tarieven, ook van landen die geen brief kregen. De tarieven houden geen rekening met die voor bepaalde sectoren (auto’s, staal, eventueel later farma en andere). Die maken voorwerp uit van een aparte procedure. Opvallend, ook twee grote handelspartners en traditionele bondgenoten, Japan en Zuid-Korea, kregen een brief. Kostenplaatje: 25%. Trump voert hier de druk op nu het voor die landen omwille de binnenlandse politieke context (bv. verkiezingen voor het Hogerhuis in Japan op 20 juli) moeilijk is grote toegevingen te doen. De EU kreeg geen brief. In de pers (Politico) wordt verwezen naar bronnen kort bij de onderhandelingen. De VS zou de EU een voorstel hebben gedaan van een 10% wederkerig tarief, met mogelijk enkele uitzonderingen (vliegtuigen, sterke drank). Voorlopig is de VS weinig bereid tot toegevingen in de politiek gevoelige sectoren. Een constructieve toon dus, maar ook hier zit de duivel uiteraard in de details.
De marktreactie was/is ordelijk. De Amerikaanse beurzen zetten een stap terug, maar beperkten de verliezen tot minder dan 1.0%. Europese beurzen (die gisteren hoger sloten) openen onveranderd. De dollar profiteerde gisteren voor een keer nog eens van de onzekerheid. Die beweging loopt vanmorgen echter al opnieuw vast. Van een meer gedragen herstel van de dollar is geen sprake. In EUR/USD blijft de opwaartse trend intact.
De markt past voorlopig ook haar inschatting van het Fed-beleid niet aan. Ook voor Powell en Co is er nu niet echt meer duidelijkheid over de balans tussen groei en inflatie die eventueel tot snellere renteverlagingen kan leiden. De markt gaat nog steeds uit van 50 bpn rentevermindering dit jaar. Ondertussen blijft er wel toenemende druk op de lange rentes. Hier is de Trump-administratie (nu althans) niet de (hoofd)schuldige. Na het VK vorige week zorgt twijfel over de houdbaarheid van de Japanse begroting naar aanleiding van die bewuste verkiezingen voor het Hogerhuis voor forse druk aan het ultralange eind van de curve (30-j 3.07%, tweede dag op rij + 10 bpn). Dat slaat ook over naar de markten buiten Japan (bv. 30-j Duitse rente +6.5 bpn). Wordt niet het Amerikaanse handelsbeleid, maar de spanning aan het lange eind van de (Japanse) rentecurve, de volgende dagen de eerste bron van onzekerheid voor de markten?
EUR/USD: Tariefbrieven voorlopig geen ‘gamechanger’
