Zweedse Riksbank toont haar ware aard

Na pauzes in maart en mei hervatte de Zweedse centrale bank vanochtend haar normalisatiecyclus met een renteverlaging met 25 basispunten tot 2%. Nieuwe vooruitzichten suggereren ruimte voor een laatste zet tot 1.75% na de zomer. Of die er uiteindelijk al dan niet komt heeft behalve de onderliggende drijfveren waarschijnlijk ook te maken met de reactiefunctie van de ECB. Het is een publiek geheim dat de Riksbank de laatste jaren met plezier in de rol van freerider kruipt om de competitiviteit van de SEK – officieel nog steeds ondergewaardeerd – te vrijwaren. Waarvan akte vandaag. Zweedse swaprentes zakken tot 4 basispunten aan het korte eind van de rentecurve. Het verlies aan rentesteun weegt marginaal op de Zweedse kroon, maar EUR/SEK test wel een eerste technische weerstand in de buurt van 11. Een breuk hoger suggereert ruimte voor verder herstel richting 11.20/25 na de uitzonderlijke sterke SEK-rit in het eerste kwartaal van dit jaar. Langs de eurokant van de vergelijking kunnen de aankondigingen van eerste specifieke Duitse fiscale initiatieven (24 juni?) en het algemene risicosentiment hun duit in het zakje doen. Behalve de huidige geopolitieke onzekerheid in het Midden-Oosten naderen onder meer tussentijdse ontknopingen wat betreft het meerjarige begrotingskader in de VS (“big beautiful bill”; 4 juli?) dat voor stress in de rentemarkt zorgt en de deadline in de tarievenpauze (9 juli).
De Riksbank blijft wat op haar honger zitten. Het economisch herstel verloopt trager dan verhoopt (zelfs -0.2% kw/kw in eerste kwartaal na sterke tweede jaarhelft van 2024) en de werkloosheidsgraad (8.5%) is aan de hoge kant. Ten opzichte van maart verlaagde de centrale bank de groeiprognose voor dit jaar van 1.9% tot 1.2%. Voor volgend jaar gaat ze nog steeds uit van 2.4%. Hogere beschikbare inkomens kunnen consumptie de volgende maanden stutten. De Zweedse economie kan ook meer dan gemiddeld profiteren van oplopende Europese defensie-uitgaven. En hoewel geopolitiek en het Amerikaanse handelsbeleid op korte termijn voor verlammende onzekerheid zorgen, benadrukt de Riksbank ook enkele “positieve” elementen. Marktvolatiliteit gaat liggen na de desastreuze maand april en uiteindelijke importheffingen zullen na de huidige pauze van 90 dagen in principe lager uitvallen dan initieel getoond op de pancarte in de Rozentuin van het Witte Huis.
Inflatie zit na een korte opstoot begin dit jaar opnieuw in dalende lijn richting de 2%-inflatiedoelstelling van de centrale bank. De naald in het Zweedse inflatiekompas (CPIF) wees voor een derde maand op rij 2.3% j/j aan in mei. Het verwachte inflatiepad ligt gemiddeld op 2.4%-1.7%-2% voor de periode 2025-2027 ten opzichte van 2.5%-1.9%-2% in maart. Neerwaartse herzieningen weerspiegelen de impact van de lagere groeiprognoses en een iets sterkere munt.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
EUR/SEK: ruimt voor herstel richting 11.20/25 zone?!
